Ontruimen

Ontruimen

De beveiligingsorganisatie heeft tot taak om de ontruiming – in geval van een ernstig incident – te begeleiden en/of uit te voeren. Als ESO moet je precies weten hoe te handelen.

1. Ontruimingsprocedure

  1. Besluit tot ontruimen wordt aangegeven  door de organisator, Hoofd BHV, politie of brandweer. Eventueel op last van de burgemeester.
  2. Probeer paniek te voorkomen.
    = zorg ervoor dat er voldoende tijd is om de ontruiming rustig en goed te laten verlopen.
    = ontruiming meestal onder het mom van een ontruimingsoefening naar aanleiding van een brand.
  3. Eventueel gefaseerd ontruimen.
    = fasering is vooraf bekend, of
    = fasering wordt via de geluidsinstallatie georkestreerd.
  4. De taak van de ESO is vooral het verlenen van assistentie.
    = mogelijke strengere toegangscontrole op goederen en personen;
    = mogelijke met visitatie en oppervlakkige veiligheidsfouillering (preventief);
    = voorkomen toelaten van personen op het terrein of gebouw;
    = er op letten dat iedereen zijn eigen persoonlijke spullen mee naar buiten neemt.
  5. Liften mogen niet gebruikt worden. Ontruiming via aanwezige trappen.
  6. Bij bommelding mogelijk alle ramen zoveel mogelijk preventief openen.
    = om een eventuele schokgolf minder schade te laten veroorzaken.
  7. Personeel/publiek laten verzamelen op aangewezen verzamelplaatsen.
    = indien lijsten bekend zijn kunnen aangewezen personen controleren of iedereen op de lijst vermeld aanwezig is.
    = daarom is goede bezoekersregistratie bij evenementen op speciale uitnodiging van belang.
  • Soorten ontruiming
    =
    Volledige ontruiming: wanneer het hele evenement ontruimt moet worden vanwege dreigend gevaar.
    = Gedeeltelijke ontruiming: wanneer een compartiment ontruimt moet worden vanwege dreigend gevaar.
  • Redenen om te ontruimen
    _ 1) Brand;
    _ 2) weersomstandigheden;
    _ 3) bouwkundige omstandigheden;
    _ 4) bommelding;
    _ 5) vinden van een verdacht voorwerp;
    _ 6) ongeregeldheden: verdrukking, vechtpartij, bestorming, vuurwerk;
    _ 7) uitvallen van voorzieningen (stroom, water, geluid, verlichting enz.);
    _ 8) het gebruik van gas (bijvoorbeeld traangas).
  • Verantwoordelijkheid
    = Ontruiming is geregeld in de Gemeentewet.
    = Eindverantwoordelijke is de burgemeester.
    = Zoeken naar verdachte voorwerpen is in eerste instantie taak van de politie (Justitie).
    = Onschadelijk maken is de taak van het Explosieven Opruimingscommando (E.O.C, defensie).

1) Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD, BiZa) en
2) Centrale Recherche Informatiedienst (CRI, KPLD)
houden zich bezig met registratie en ontwikkeling van procedures ten aanzien van bommeldingen.

  • Aandachtspunten bij ontruimen
    1) Wanneer wordt ontruimd?
    2) Wie neemt het besluit?
    3) Bij twijfel: Neem geen risico.
    4) Indien mogelijk: roep via de geluidsinstallatie op om het terrein te verlaten.

= Zorg dat de ESO’s op positie staan.
= Zorg dat de ESO’s bewust zijn van hun taak en rol.
= Communiceer als je niet aan je taak/rol kunt voldoen, zodat extra maatregelen kunnen worden genomen.

  • Ontruimen
    1) Voorkom paniek en blijf zelf rustig.
    2) Controleer (met collega) of de ruimtes zijn verlaten.
    3) Rapporteer aan de centrale post over de status van de ontruiming.
    4) Volg verdere instructies op.
  • Ontruimen bij gaslekken en gasexplosies
    Bij een gasexplosie kan er door de ontploffing paniek ontstaan.
    _ 1) Probeer mensen te kalmeren.
    _ 2) Maak het gebied vrij of ontruim.
    _ 3) Bij gasbrand: indien mogelijk gaskraan dichtdraaien.
    _ 4) Alarmeer direct als je gas ruikt.
    _ 5) Gebruik geen lucifers of ander vormen van open vuur.

= Afhankelijk van de situatie: ramen openen.

  • Traangas en andere vormen van gas
    = deze vormen van gas zijn zeer pijnlijk en vervelend.

= voorkom paniek en vluchtreacties om aan blootstelling te ontkomen.
= bij gebruik van (traan)gas: ramen openen en bezoekers verwijzen naar de EHBO-post.

  • Uitval van verlichting
    = meestal gaat bij uitval van verlichting de noodverlichting aan.
    = mogelijk aanleiding tot evacuatie van gebouw of locatie.
  • Ontruimingscodes
    Het is gebruikelijk om bij meldingen van calamiteiten gebruik te maken van codes:
    = portofoons zijn gemakkelijk af te luisteren.
    _ aanwezige publiek hoeft niet te begrijpen wat er via de portofoon wordt gemeld.
    = zorg dat je op de hoogte bent van de codes gebruikt voor portofoonverkeer.
    _ codes zoals “rood” = brand, “probleem”, “onvoorziene omstandigheid”, “situatie”.
    = communiceer informatie alleen met belanghebbenden.
  • Menselijk gedrag bij ontruimen
    = Mensen reageren op basis van 1) individuele ervaringen of 2) inzicht in de situatie.
    = Sommigen denken dat het wel mee valt en reageren traag. Kostbaar tijdverlies.
    = Sommigen denken bij een signaal, “het is toch altijd vals alarm of een oefening”.
    = Sommigen kunnen onder invloed zijn van bewustzijnsbeïnvloedende stoffen.
    = Mensen hebben de neiging om bij het afgaan van een alarm te treuzelen.
    = Sommigen willen eerst informatie en duidelijkheid over wat er gaande is.
  • Paniek
    = Paniek is een uiting van irrationeel gedrag bij een calamiteit.
    = Oorzaak: onduidelijk of te laat communiceren.
    = Mogelijk fatale gevolgen.
    = Juiste training is voor ESO’s belangrijk om goed en juist te kunnen handelen.
  • Speciale bezoekersgroepen
    _ 1) gehandicapte mensen;
    _ 2) bezoekers met zicht- of gehoorproblemen;
    _ 3) bezoekers onder invloed van bewustzijnsbeïnvloedende stoffen;
    _ 4) kinderen en ouderen;
    _ 5) bezoekers die de taal niet spreken.

2. ESO tijdens ontruiming

  • Belangrijk: op de hoogte zijn van 
    = Ontruimingsroutes! Looproutes naar de dichtstbijzijnde nooduitgangen.
    = Verzamelpunt(en).
    = Aanrijdroutes (brandweer en andere hulpdiensten).
    = Locatie van de hulpdiensten.
    = Specifieke instructie bij calamiteiten
    = Ontruimingscodes.
  • ESO: Gedrag tijdens een ontruiming
    = Houd de aanrijdroutes vrij. (Afzetten met lint of dranghekken)
    = Regel het verkeer. 1) Chaos voorkomen, 2) aanrijdroutes vrijhouden.
    = ESO is blikvanger in een noodsituatie.
    = Toon rust, kalmte.
    = Wees opmerkzaam op elke gedragsverandering.
    = Blijf in regelmatig in contact met je team en de meldkamer.
    = ESO taak:
    _ 1) signaleren en melden,
    _ 2) assisteren en uitvoeren.

    = Contact met de collega’s en meldkamer is van essentieel belang.
    = Samenwerking is essentieel.

3. Verdachte voorwerpen en bomalarm

  • Verdacht voorwerp
    = Bommen kunnen zodanig gemaakt zijn dat ze als zodanig niet te herkennen zijn.
  • Bomdreiging
    = De dreiging dat er een bom/explosief geplaatst zal worden.
    _ mogelijke een nepbom (zelfgemaakt, zonder springstof).
    = Vaak toegepast door terroristen met als doel:
    _ 1) erkenning (politiek) en.of invloed;
    _ 2) publiciteit (aandacht voor mening);
    _ 3) verstoring normale gang van zaken.
    = Motieven:
    _ 1) protest,
    _ 2) wraak,
    _ 3) sensatiezucht,
    _ 4) psychisch gestoord.
  • Uitwerking van explosieven
    = Een bom kan zijn vernietigende kracht ontlenen aan een drukgolf,
    _ veroorzaakt door de springstof opgebouwde (enorme) druk.
    = Schokgolfwerking: Versterking van de werking door reflectie tegen omliggende gebouwen.
  • Bommelding
    = Een bommelding moet altijd serieus worden genomen.
    = Een bommelding kan schriftelijk of mondeling gebeuren.
    _  de opzet is meestal vernieling of beschadiging van gebouwen en/of installaties met de bedoeling mensen niet in gevaar te brengen.
    _ dit in tegenstelling met een bomaanslag waar het doel is wel mensen kwaad te doen.
  • Gegevens verzamelen
    = Gegevens met betrekking tot een bommelding via telefoon worden verkregen door
    _ 1) registratie van gegevens door de telefonist(e)/centralist(e),
    _ 2) de geluidsopname gekoppeld aan de telefooncentrale.
    = Het is belangrijk om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen.
    _ op basis van deze verkregen informatie tot handelen wordt besloten.
  • Hoe te handelen bij ontvangen van een bommelding
    _ 1) De melding zal bij de telefooncentrale/receptie binnen komen.
    _ 2) De telefooncentrale/receptie licht de beveiliging in. Leidinggevende worden ingelicht.
    _ 3) De telefooncentrale/receptie vult het bommeldingformulier direct en zo volledig mogelijk in.
    _ 4) De leidinggevende stelt het opgenomen telefoongesprek veilig.
    _ 5) De leidinggevende licht de ter plaatse verantwoordelijke in.
    _ 6) De ter plaatse verantwoordelijke bekijkt of er eerst een crisisteam wordt geformeerd, gezocht of direct ontruimd.
    _ 7) Het crisisteam komt bijeen op een centraal punt.
    _ 8) Een notulist zal de vergaderingen notuleren.
  • Aandachtspunten bij bommelding
    1) Blijf kalm en neem de melder serieus.
    2) Blijf correct en handel volgens de voorgeschreven procedure.
    3) Waarschuw de – volgens instructie – bevoegde persoon.

= Neem elke bommelding serieus.

= Vaak zal na de interne waarschuwing een crisis-/beleidsteam bij elkaar worden geroepen:
_ 1) organisator/betrokkene van de locatie,
_ 2) hoofd beveiliging,
_ 3) politie,
_ 4) brandweer en eventueel vertegenwoordiger van de gemeente.

= Crisisteam: beslist
_ 1) wel of niet over te gaan tot ontruiming,
_ 2) de pers te informeren, en
= Crisisteam: controleert de genomen maatregelen.

= Contactpersoon: verbindingscoördinator.
_ de schakel tussen crisisteam en ESO’s, bomzoekteams.
= Communicatie: veelal via de centrale meldpost.

  • Zoeken
    1) Schakel alle portofoons, telefoons, en semafoons uit.
    2) Raak niets aan!
    3) Doorzoek ruimtes op zoekhoogten:
    _ a) grond tot heup;
    _ b) heup tot ooghoogte;
    _ c) ooghoogte tot plafond.
    4) Markeer doorzochte ruimten.
    5) Als iets verdachts gevonden is, een speciale veiligheidszone instellen.
  • Bom gevonden
    = Een geïmproviseerd explosief moet als zeer gevaarlijk worden beschouwd.
    _ 1) Dek het niet af, raap NIETS op.
    _ 2) Wees bedacht op “boobytraps” (verborgen ontstekingsmechanismen die bij aanraking, uit elkaar halen of oprapen in werking worden gesteld).
    _ 3) Meldingen vooral 1-op-1 (apparatuur is immers uit) en om meeluisteren van de pers te voorkomen.
  • Explosieven Opruimingscommando (E.O.C., defensie)
    = Komst alleen in overleg met politie.
    = EOC voorheen EOD.
    = EOC beschikt over zeer professionele apparatuur om het voorwerp door te meten.
    = Meldingen vooral rechtstreeks (apparatuur is immers uit) en om meeluisteren van de pers te voorkomen.
  • Bommeldingsformulier
    = Het formulier ligt veelal bij de telefonist/receptie of op de centrale meldpost.
    = Wordt gebruikt in geval van telefonische bommelding.
    = De telefonist(e)/centralist(e) is geïnstrueerd hoe het formulier in te vullen.
    = Het formulier bevat elementen:
    _ 1) Werkinstructies
    _ 2) Datum/tijd
    _ 3) Letterlijke tekst
    _ 4) Signaleringskenmerken: primair, secundair (spraak, achtergrond geluiden = makkelijk te veranderen)
    _ 5) Bijzonderheden

4. Terrorisme

  • Terror” is latijn: angst.
  • Definitie:
    _ 1) Het plegen van of dreigen met op mensenlevens gericht geweld, of
    _ 2) het veroorzaken van ernstige maatschappij-ontwrichtende zaakschade.
  • Doel:
    _ 1) Bewerkstelligen van van maatschappelijke veranderingen of
    _ 2) beïnvloeden van politieke besluitvorming.
  • Sommige terroristische bewegingen of groeperingen werken nauw samen met elkaar om hun doelen te bereiken.
  • Samenwerking: trainen, opleiden van elkaars mensen, het verschaffen van informatie en onderduikadressen, het verzorgen van geld, wapens, paspoorten of vervoermiddelen.
  • Strijden:
    _ 1) voor onafhankelijkheid van het volk (nationalisten),
    _ 2) het omverwerpen van kapitalisme,
    _ 3) tegen rijke uitbuiters,
    _ 4) tegen westerse invloeden,
    _ 5) vanuit geloofsovertuiging.
  • Terrorisme bestrijden
    = SAS (leger, Engeland), GSG-9 (politie, Duitsland), FBI/CIA (opsporingsdiensten, USA);
    = Politie werkt internationaal samen (Interpol en Europol);
    = Europa kent veiligheidscoördinator: Bevorderen en stimuleren informatie-uitwisseling tussen verschillende landen;
    = Persoonlijke gegevens: vingerafdrukken, DNA en creditcard-gegevens.
  • Nederland en terrorisme
    = Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding (NCTB).
    a) Alerteringssysteem Terrorismebestrijding:
    = Een waarschuwingssysteem voor overheid en bedrijfsleven:
    _ systeem waarschuwt operationele diensten en bedrijfssectoren in geval van een verhoogde dreiging;
    _ maatregelen kunnen nemen die risico op aanslag kunnen verkleinen of gevolgen ervan kunnen beperken.
    _ via VBE is evenementenbeveiliging bij de sector publieksevenement aangesloten;
    _ niveaus: 1) basis, 2) lichte dreiging, 3) matige dreiging, 4) hoge dreiging;
    _ elke hoger opschalingsniveau kent zwaardere en ingrijpendere beveiligingsmaatregelen.
    = Burgers worden ingeschakeld om opvallende zaken te melden.
    b) Soft targets:
    = Potentiële doelen die makkelijk te treffen zijn en vanwege hun ‘open’ karakter een verhoogd risico kunnen vormen.
    = Minister van Justitie heeft een verruiming in zijn bevoegdheden gekregen:
    _ 1) afluisteren, 2) telefoon aftappen en 3) observeren.
    c) Doorzettingsmacht:
    = Ontruimen, blokkeren van wegen, stilleggen verkeer, staken telecomverkeer in een bepaalde regio in geval van acute terreurdreiging.
    = AIVD moet terroristische groeperingen in kaart brengen.
    = Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD) levert inlichtingen ven veiligheidsinformatie aan de vier krijgsmachten van Defensie.
    _ AIVD en MIVD werken nauw samen.

5. Identificatieplicht

  • Wet op de uitgebreide identificatieplicht (1 januari 2005)
    “Iedereen van 14 jaar en ouder moeten een geldig identiteitsbewijs kunnen tonen als politie of andere toezichthouders daar om vragen.”
    =
    Dit verzoek mag niet willekeurig gebeuren. Er moet een reden voor zijn. Het moet nodig zijn voor de uitvoering van hun taken.
    = Er komen geen afzonderlijke controles op het bezit van het identiteitsbewijs.
    = Op het niet kunnen/willen tonen van een geldig identiteitsbewijs door politie of toezichthouder, kan hij worden meegenomen door de politie naar het politiebureau. Daar wordt vervolgens onderzoek gedaan naar zijn identiteit.

Literatuur

  • C. van Duykeren & P. Bouman (2009), “Event Security Officer”