Dynamiek van de massa | Crowd management

Crowd management

1. Wat is crowd management?

  • Crowd management: het systematisch analyseren van een evenement om het aantal risico’s te reduceren die kunnen ontstaan wanneer zich grote groepen mensen ergens verzamelen.
    = ook het signaleren van ongewenste situaties en het ingrijpen daarin voordat de zaak escaleert.
    = onderdeel van het bredere begrip risico management.
    _ risico’s zijn moeilijk meten, je moet ze inschatten.
    _ risico-analyse: een inschatting die berust op …
    _ 1) vakkennis,
    _ 2) analyse van eerdere vergelijkbare evenementen en
    _ 3) vooral ook op deskundigheid door ervaring.
    = bepalen welke gerichte maatregelen te nemen.
  • Doelstelling crowd management
    = o.a. voorkomen dat er waar dan ook een te grote publieksdichtheid ontstaat.
    = bepalen actoren en factoren.

2. Crowd control

  • Crowd control en crowd management worden vaak als synoniemen gebruikt.
  • Crowd control bij evenementen:
    = maatregelen om gebieden af te bakenen,
    = de publieksstroom reguleren met hekken en bewegwijzering,
    = op het compartimenteren van publiek door middel van barrières,
    = repressief optreden bij ontoelaatbaar gedrag.
  • Crowd control:
    = meer repressieve met de nadruk op technieken en instrumenten om mensenmassa’s in bedwang te houden of een bepaalde kant op te leiden
    _ in het geval van openbare ordeproblemen desnoods met geweld of dreigen daarmee.
    = maakt vrijwel altijd deel uit van de systematische crowd management-benadering
    _ omdat grote publieksdichtheid nu eenmaal een van de belangrijkste risico’s is.

3. Vluchtgedrag en doodsoorzaken

  • “Vloeiende massa”, John J. Fruin:
    = de kracht te beschrijven die onder grote druk in een opeengepakte menigte kan optreden, vergelijkbaar met een vloeibare massa
    _ in zo’n extreem dichte mensenmassa is het individu weerloos tegen de kracht van de golfbewegingen die over hem heen spoelen.
    _ soms worden mensen letterlijk meters omhoog gedrukt, uit hun schoenen gelicht, de kleren van het lijf gerukt.
  • Mogelijke doodsoorzaken bij grote rampen
    1) Verstikking: beperkte informatie: in een massa mensen heeft elk individu maar een zeer beperkte informatie over wat er aan de hand is
    _ de massa achteraan heeft geen benul van de stress of de druk aan de voorzijde.
    _ een kleine onderbreking in de publieksstroom (uitglijden, struikelen, een verkeersongeval) heeft al fatale gevolgen.
    _ in 1943 kwamen in een Londense Underground tijdens een luchtalarm 173 mensen om toen beneden aan de trap iemand struikelde en de mensen bovenaan bleven duwen.
    2) Massaal vluchtgedrag in een bedreigende situatie (stampede)
    _ agressieve fans, hevig noodweer, instortingsgevaar.
    3) Dichtheid: ongelukken doordat iedereen massaal naar hetzelfde punt toe wil
    _ bijvoorbeeld om zo dicht mogelijk bij een idool te staan.
    4) Risicovol collectief gedrag
    _ publiek klimt op daken om beter te zien.
    5) De infrastructuur en/of de voorzieningen (vluchtwegen, hekken, afscheidingen)
    _ niet bestand tegen de geplande bezoekersaantallen
    6) Tegengestelde publieksstromen (cross flow)
    _ bijvoorbeeld door ongelukkige plaatsing van catering of toiletgroepen, of door gelijktijdige programmering van twee populaire programmaonderdelen.
    7) Ongewenst gedrag:
    _ 1) vandalisme,
    _ 2) vuurtje stoken op een festivalcamping,
    _ 3)  groepjes die illegaal een festivalterrein binnenkomen,
    _ 4) graffittispuiters die voor duizenden guldens schade aanrichten.
    _ dit soort gedrag kan snel overgenomen worden door grote groepen en daardoor onbeheersbaar worden.
    8) Gedrag dat tegen een tegenstander is gericht – verschillende kampen supporters.
  • Communiceer helder wat wel en niet is toegestaan, en treed onmiddellijk hard op als iemand over de schreef gaat.
    _ op die manier zijn Nederlandse festivals er bijvoorbeeld in geslaagd ‘crowd surfing’ en ‘stage diving’ te elimineren.

4. Actoren en factoren

  • Actoren:
    = betrokkenen met hun eigen specifieke belangen:
    _ het publiek,
    _ de artiesten,
    _ de organisator,
    _ de locatieverstrekker,
    _ de vervoersbedrijven,
    _ particuliere beveiligingsbedrijven,
    _ toeleveranciers,
    _ politie,
    _ brandweer,
    _ geneeskundige diensten,
    _ de gemeentelijke overheid.

    = verantwoordelijkheid van de publieksveiligheid bij een evenement
    _ 1) de organisator van een evenement,
    _ 2) de samenwerking tussen alle betrokkenen.
    = de overheid (gemeente, politie, brandweer) is zich in toenemende mate bewust van
    _ de risico’s die evenementen met zich meebrengen en
    _ de verantwoordelijkheid die zij draagt: wel of geen vergunning verlenen.
    = de afdeling Evenementen van de Gemeente Eindhoven heeft een uitgebreide Veiligheidsmatrix ontwikkeld om de vergunningverlening te onderbouwen.
    _ laat zien dat crowd management en risico-analyse nooit los gezien mogen worden van het grotere geheel.
  • Factoren: de meeste incidenten kunnen worden voorkomen door goede voorbereiding en planning.
    = risico-analyse: rekening houden met factoren.
    = systematisch de risico’s op te sporen en voorzorgsmaatregelen te nemen.
    _ 1) plaats – ligging en lay-out van een locatie, vervoer erheen en terug, ontwerp van het gebouw, vluchtwegen, toegankelijkheid voor hulpdiensten;
    _ 2) tijd – valt het evenement samen met andere regionale evenementen, vindt het overdag of ’s nachts plaats, zijn er mogelijkheden voor gespreide openings- en sluitingstijden;
    _ 3) externe factoren -weersomstandigheden, dreiging terrorisme;
    _ 4) factoren inherent aan het evenement – programmering, inschatting van de publieke belangstelling, met welk type publiek heb je te maken, hoe gedragen artiesten zich, is het te verwachten dat zich minder vredelievende groepjes onder het publiek mengen, brandgevaar bij festivalcampings;
    _ 5) communicatie – heldere en ondubbelzinnige informatie naar het publiek, instructie van personeel, noodstroom voor omroepsysteem en noodverlichting).
  • Elk evenement is uniek, alle aspecten grijpen sterk op elkaar in.
    = het lijstje van wat volgens Eindhoven in het draaiboek van een groot evenement hoort te staan:
    _ 1) resultaten van de risico-analyse
    _ 2) organigram van de organisatie
    _ 3) het programma
    _ 4) tekeningen
    _ 5) mobiliteitsplan
    _ 6) beveiligingsplan
    _ 7) gezondheidsplan
    _ 8) milieuplan
    _ 9) plan diverse wetgeving (waaronder Arbo, verzekeringen, Keuringsdienst van Waren).

Meer informatie

  • http://www.hsebooks.co.uk  – Belangrijke publicaties zijn “The Event Safety Guide” en “Managing Crowds Safely”. Uitgegeven door de Health and Safety Executive (UK). Beide publicaties zijn praktisch van opzet en gelden internationaal als standaardwerken.
  • http://www.crowdsafe.com – Het artikel van John J. Fruin The Causes and Prevention of Crowd Disasters is te vinden op.
  • http://www.evenementenbegeleiders.nl  – Op dezelfde website is vooral info te vinden over publieksveiligheid bij popconcerten. De website van de Vereniging van Begeleidingsbedrijven voor Evenementen is “Het Handboek Evenement en Veiligheid” verscheen 14 mei 2002 tijdens het congres van de VBE in de Jaarbeurs Utrecht.
  • http://www.congresenstudiecentrum.nl – Het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding schreef een rapport naar aanleiding van Dance Valley. Het algemene deel daarvan is gepubliceerd als “Naar een Handreiking Publieksevenementen met aanbevelingen en tips voor het organiseren van een veilig evenement.”
  • http://www.zichtlijnen.nl – Dynamiek van de massa.

Crowd management | Crowd control

Risicomanagement, Crowdmanagement & Crowd control

Risicomanagement, Crowdmanagement, en Crow control moeten leiden tot plannen die de veiligheid van bezoekers van het evenement moet waarborgen.

1. Event Security Officer

  • Taken Event Security Officer
    1) Het bevorderen van objectieve en subjectieve veiligheid.
    2) Vervullen van oog- en oorfunctie.
    3) Vervullen van de rol van gastheer/-vrouw (service verlenen).
    4) Zorgen voor goede communicatie met je beveiligingsteam.
  • Instructies voor Event Security Officers (briefing)
    = ESO: verantwoordelijkheid moet altijd helder en duidelijk zijn bij de operationele uitvoering tijdens het evenement;
    = worden schriftelijk en/of mondeling doorgegeven tijdens de briefing;
    = regels, afspraken en taken tijdens het evenement.
    _ 1) Wie bepaalt wat?
    _ 2) Wie heeft de leiding?
    _ 3) Hoe verloop de communicatie?
    _ 4) Wat te doen wanneer het dreigt mis te gaan?
    _ 5) Wat te doen als het misgaat?
    _ 6) Wie neemt de leiding als het misgaat?
    _ 7) Wanneer nemen overheids(hulp)diensten de leiding over?

2. Risicomanagement

  • Multidisciplinaire aanpak (betrokken partijen)
    = Verschillende betrokken partijen werken nauw samen, zodat de specifiek belangen van elke afzonderlijke partij naar behoren worden behartigd:
    _ 1) evenementenorganisator;
    _ 2) locatieverstrekker;
    _ 3) bezoekers;
    _ 4) overheid (gemeente, provincie);
    _ 5) hulpdiensten (politie, brandweer, geneeskundige dienst);
    _ 6) particuliere evenementenbeveiligingsbedrijf;
    _ 7) vervoersdiensten.
  • Risico management
    = Het onderzoeken en analyseren van risico’s en beschrijven plannen.
    = Risico’s: gezondheid, commercieel, verzekeringen.
    = Risicomanagementplan:
    _ 1) risico-analyse
    _ 2) crowdmanagementplan
    _ 2) beveiligingsplan;
    _ 3) mobiliteitsplan;
    _ 4) incidentenopvolgingsplan (aan de hand van een scenariomatrix);
    _ 5) ontruiming-/calamiteitenplan;
    _ 6) aanvalsplan (brandweer).
    = Weergave van multidisciplinaire integrale aanpak van publieksveiligheid.
  • Beveiligingsplan
    = Draaiboek met maatregelen om het evenement veilig en in goede orde te laten plaatsvinden.
    = Meestal opgesteld door een gespecialiseerd evenementenbeveiligingsbedrijf.
    = Basis voor de instructies voor Event Security Officers.
  • Crowd management
    = Onderdeel risicomanagement gericht op:
    _ a) Systematisch plannen voor en supervisie van de geordende beweging bij het samenkomen van mensen;
    _ b) Systematisch analyseren van, anticiperen op en terugdringen en/of wegnemen van risico’s wanneer (veel) mensen bij elkaar komen.
    = Alle aspecten die relevant zijn voor het managen van groepen (crowd) mensen.
    = In essentie preventief / strategisch.
    = Focus op te nemen maatregelen voor handhaven publieksveiligheid.
  • Crowd control
    = Gericht op het beheersen van groepsgedrag.
    = Uitvoering maatregelen beschreven in het crowdmanagementplan.
    = In essentie preventief / tactisch.
    = Focus op nemen van maatregelen voor handhaven publieksveiligheid.
    _ 1) het in goede banen leiden van (grote) groepen mensen;
    _ 2) beheersen hoeveelheid mensen in een willekeurige ruimte;
    _ 3) het gericht gebruik van geweld om openbare orde te herstellen (voorbehouden aan politie).

3. Risicoanalyse

  • Wat zijn de kenmerken van het evenement?!
    = Waar vindt het evenement plaats?
    = Wat is de aard van het evenement (evenementprofiel)?
    = Hoeveel bezoekers worden verwacht?
    = Wat is het bezoekersprofiel?
    = Wat is het te verwachten bezoekersgedrag?
    = Wat is de tijdsduur van het evenement?
    = Welke activiteiten vinden plaats?
    = Wat is de indeling van het terrein (infrastructuur)?
  • Welke risico’s kunnen zich voordoen?!
    = Wat zijn de mogelijke gevaren? (benoemen en definiëren)
    = Hoe kan er schade ontstaan?
    = Wie kunnen er getroffen worden door de gevolgen?
    = Hoe wordt er omgegaan met calamiteiten, ontruiming?
    = Zijn de bestaande voorzieningen acceptabel per risico?
  • Welke maatregelen voor waarborgen veiligheid van het evenement?
    = Welke noodzakelijke aanvullende maatregelen zijn nodig.
    = Analyseer de nieuwe situatie.
  • Aanvullend
    = Houdt de verzamelde informatie en gegevens actueel.
    = Directe evaluatie na het evenement.
    = Zorg voor het vastleggen van bevindingen.

4. Crowd control

4.1 Infrastructuur

  • Inrichting/indeling van het bezoekersgebied
    = Aandacht voor in-/uitgangen (crowd control)
    _ verkeerde locatie ingangen of te weinig ingangen kan gevolgen hebben voor de wachtenden in de rij;
    = Zorgen voor de juiste hoogte van het podium. (people satisfaction)
    = Juiste aantal toiletten. (people satisfaction)
    = Plaats catering, toiletten en andere voorzieningen. (people orientation)
    etc.

4.2 Migratie

  • Bezoekersstroombeheersing
    = Beheersen bezoekersstroom over het bezoekersgebied.
    _ voorkomen ongecontroleerde beweging bezoekersstroom (stampede).
    _ bezoekers moeten zich vrij en veilig over en over het bezoekersgebied kunnen bewegen.

4.3 Monitoren

  • Het observeren van bezoekers (spotten):
    = migratie/verplaatsing;
    = juiste verdeling van publieksdichtheid in diverse compartimenten;
    = aantal bezoekers;
    = probleemgedrag;
    = activiteiten van het publiek
    = eventueel via CCTV.
  • Feedback geven van observaties aan de centrale post(en)

4.4 Communicatiemanagement

  • Communicatie tussen medewerkers:
    = heldere hiërarchische instructielijnen zijn noodzakelijk;
    = vanuit centrale communicatiepost;
    = strakke en heldere communicatie procedures voorkomen communicatieproblemen.
  • Communicatie naar bezoekers:
    = het overbrengen van boodschappen en informeren van bezoekers;
    = vormen van communiceren met bezoekers:
    _ media (radio, tv, dag-/weekbladen, internet);
    _ informatie op het toegangsbewijs;
    _ bewegwijzering;
    _ omroepinstallatie;
    _ megafoon;
    _ via ESO;
    _ informatiepunten, service desk(s);
    _ grote videoschermen, tv-schermen;
    _ lichtkrant, informatieschermen;
    _ scorebord.

4.5 Compartimenteren

  • Inrichten deelgebieden voor veiligheidsbeheersing:
    = rekening houden met ontruimingsprocedures;
    = meer services bieden aan bepaalde groepen;
    = afschermen van tribunes;
    = controleren/beheersen van migratie van bezoekers;
    = privacy van artiesten waarborgen;
    = werkruimte creëren voor de organisatie van het evenement.
  • Voorbeelden van afgeschermde gebieden:
    = VIP tribune;
    = hospitality-/ontvangstruimte
    = kleedkamers;
    = backstage/frontstage gebied;
    = calamiteitenroute;
    = verzamelpunt (na evacuatie);
    = gehandicaptentribune;
    = voorzieningen op het bezoekersgebied van welzijn:
    _ camping,
    _ eten en drinken,
    _ boodschappen,
    _ catering,
    _ toiletten en wasgelegenheden,
    _ pinautomaten,
    _ EHBO.

5. Gevaarlijke situatie

5.1 Risicofactoren

  • ESO: Situaties opmerken waarvan hij vindt dat dit gevaar kan opleveren voor hem of anderen (bezoekers, collega’s andere betrokkenen bij het evenement).
    _ 1) onveilige ingangen/uitgangen;
    _ 2) ongeoorloofde ingangen, bijvoorbeeld voetgangerdoorgang die toegankelijk is voor auto’s;
    _ 3) gladde doorgangen;
    _ 4) gevaarlijke situaties: struikelgevaar (snoeren), loszittende zitplaatsen, uitstekende scherpe voorwerpen;
    _ 5) brandgevaarlijke situaties;
    _ 6) weersomstandigheden (regenval, modder, hagel, storm);
    _ 7) gebrekkige bewegwijzering;
    _ 8) rondslingerend puin;
    _ 9) onhygiënische situaties (bijvoorbeeld verstopte smerige toiletten).

5.2 Risico’s veroorzaakt door menselijk gedrag

  • Risico’s:
    = op hol geslagen (mensen)menigte: stampede;
    = te hoge publieksdichtheid;
    = tegenovergestelde publieksstromen (cross flow);
    = de infrastructuur en/of de voorzieningen (vluchtwegen, hekken, afscheidingen) niet bestand tegen de geplande bezoekersaantallen;

    = risicovol collectief gedrag: publiek klimt op daken om beter te zien.
    = ontevreden bezoekers: vernielzuchtig gedrag en/of asociaal gedrag;
    = gedrag dat tegen een tegenstander is gericht – verschillende kampen supporters;
    = cultureel gedrag: stage diven , crowd surfen, pogoën of slam dancing.
  • Potentieel gevaar?!
    _ 1) Wees alert op mogelijke gevaarlijke situaties (pro-actief).
    _ 2) Informeer een leidinggevende.
    _ 3) Pleeg altijd overleg met een collega.
    _ 4) Houd contact met de collega’s.
    _ 5) Neem het gevaar weg.
    _ 6) Verwijder eventueel bezoeker(s). Doe dit niet alleen.
    _ 7) Beperk – indien mogelijk – blootstelling aan het gevaar.
  • Voorkomen ongelukken:
    = ESO: alert opmerkzaam;
    = werken met goede communicatiemiddelen, cameratoezicht;
    = voorwaarden beschreven in de plannen behorende bij het risicomanagement.

Literatuur

  • C. van Duykeren & P. Bouman (2009), “Event Security Officer”