taken (bedrijfs)hulpverlening
13 februari 2013 Plaats een reactie
Bedrijfshulpverlening en haar functie
1. Taken BHV (interne hulpdienst)
- Het bedrijf
– Het bedrijf is vrij om te bepalen hoe de BHV-organisatie is samengesteld.
– Het bedrijf moet kunnen garanderen dat alle BHV-taken op elk moment voldoende kunnen worden gewaarborgd.
- BHV-ers
– BHV-ers komen in actie na een incident.
– BHV-ers hebben alleen uitvoerend taken.
– BHV-ers werken bij voorkeur samen met een buddy.
– BHV-ers vervullen een voorpostfunctie voor de hulpdiensten.
- De BHV-organisatie
– De BHV-organisatie kan een onderverdeeld zijn in ploegen met aangewezen ploegleiders.
– De BHV-organisatie wordt aangestuurd door de BHV-coördinator of Hoofd BHV.
- Bedrijfshulpverlenende diensten
De BHV-organisatie (BHV-ers) verleent bedrijfshulpverlenende diensten:
_ 1) EHBO.
_ 2) Beperken en bestrijden brand .
_ 3) Beperken gevolgen van brand.
_ 4) Alarmeren in noodsituaties.
_ 5) Ondersteunen bij ontruiming.
_ 6) Gidsfunctie.
- Alarm/incident
_ 1) De BHV-ers verzamelen zich op de afgesproken verzamelplaats.
_ 2) De BHV-ers krijgen op de verzamelplaats hun instructies.
_ 3) De BHV-ers voeren de instructies uit om hulp te verlenen waar dat nodig is.
_ 4) De BHV-ers worden bijgestaan door hulpdiensten, zodra deze zijn gearriveerd.
- Voorpostfunctie in afwachting van hulpdiensten
– Het beperken van de gevolgen van een incident.
– De tijd overbruggen tot hulpdiensten zijn gearriveerd met eerste hulpverlenende activiteiten.
- Hulpdiensten
– Politie.
– Brandweer.
– Ambulance.
– (Rijkdienst voor Wegverkeer [RDW])
- Gidsfunctie
– Hulpdiensten opwachten bij het afgesproken contactpunt.
– Hulpdiensten de weg wijzen (begeleiden) binnen het complex naar het incident.
– Geven van een situatierapport. (Wat is er aan de hand?, Wat is er gedaan?)
2. Melding van het incident
- BHV-er is de spil in het tot actie komen bij een incident.
– Melding komt binnen bij de BHV-er.
– BHV-er meldt een incident bij het afgesproken meldpunt (receptie, centrale, ploegleider etc.) via het algemeen bekende (interne) alarmnummer (Zie instructiekaarten).
– In geval het interne alarmnummer niet wordt aangenomen, dient direct 1-1-2 gebeld te worden.
– In geval de BHV-er prioriteiten heeft bij de hulpverlening kan deze iemand anders sturen om de melding te doen.
- 1-1-2
– De centrale zal willen weten: welke dienst nodig is, in welke gemeente en waar het gebeurd is.
– De melder blijft aan de telefoon totdat de centralist aangeeft dat er mag worden “opgehangen”.
– De melder keert daarna terug naar de plaats van het incident om daar de BHV-er te informeren.
- 0900-8844
– Dit nummer wordt gebeld bij NIET spoedeisende hulp (NEH).
– Dit nummer is het callcenter van de politie.
– Het callcenter zal de melder doorschakelen naar de hulpdienst.
– (In sommige regio’s kan de ambulance direct gebeld worden.)
- Brandmeldinstallatie (BMI)
– Aangebrachte handbrandmelders staan direct in verbinding met een centrale.
– Als de brandmeldinstallatie direct is doorgeschakeld met de brandweer, dan zal deze direct actie ondernemen.
– Als er geen brandmeldinstallatie aanwezig is, dan zal de brandweer direct gebeld moeten worden.
3. Inzet van externe hulpdiensten
- Hulpdiensten komen in actie als de BHV het niet alleen af kan.
– Elke hulpdienst heeft zijn eigen wettelijk takenpakket.
- Ambulance:
– Snel en adequaat eerste medische hulp verlenen.
– Slachtoffer(s) naar het ziekenhuis vervoeren.
– Aanrijdtijd: 15 minuten na verkrijgen duidelijke informatie en begeleiding op en in het complex.
– Na aankomst wordt er zo goed mogelijk geïnformeerd over de situatie van het slachtoffer.
– Ambulancepersoneel zal na aankomst volgens een vast protocol het slachtoffer benaderen en hulp verlenen.
- Brandweer:
– Redden van mens en dier.
– Het voorkomen van uitbreiding van brand en het bestrijden van brand.
– Met speciale apparatuur mensen beknelde situaties halen.
– Meten van in de situatie vrijgekomen gevaarlijke stoffen.
– Aanrijdtijd: 6 tot 8 minuten.
– De centralist zal specifieke informatie vragen om de brandweer de mogelijkheid te geven in te schatten welke apparatuur aan te laten rijden.
- Politie:
– Handhaven en beschermen van de rechtsorde:
_ 1) Opsporen, vaststellen en vastleggen strafbare feiten.
_ 2) Handhaven van de openbare orde en veiligheid. (Leidende taak bij ontruiming)
– Algemene hulpverlenende taak.
=> Veelal zal bij melding via de centrale ook de politie worden gewaarschuwd.
- BHV-organisatie:
– De BHV-er(s) blijven bij inzet van hulpdiensten op de “achtergrond” aanwezig voor het verlenen van hand- en spandiensten.
– De BHV-ers kunnen ook verzocht worden door te gaan met wat ze doen onder verantwoordelijkheid van de hulpdienst. (Bijvoorbeeld: ontruiming, reanimatie)
4. Gewenste overdrachtinformatie
- Alarmeren, hoe doe je dat?
– WIE: Naam en telefoonnummer.
– WAT: Wat is er gebeurd?
– WAAR: Waar is het gebeurd?
– WELKE: Is er actie ondernomen? Welke actie is er ondernomen?
– HOEVEEL: Zijn er slachtoffer? Hoeveel?
– GEVAAR: Zijn er mensen in gevaar? Hoeveel? Wordt de hulpverlening hierdoor belemmerd of lastig?
– AANWEZIGEN: Bedrijfsdeskundige aanwezig?
– PLATTEGROND: Is er een plattegrond aanwezig?
- Plattegrond
– Een plattegrond geeft snel een beeld van situatie.
– Zorg dat plattegronden voor de hulpverlener op het contactpunt aanwezig is.
– Leg afspraken over het contactpunt, verzamelpunt, aanrijdpunt bij voorkeur vast in het BHV-plan. (Bedrijfsnoodplan)
5. Nazorg na inzet
- Bedrijfsopvangteam (BOT)
– Actief hulp bieden bij het verwerken van de ervaringen bij het incident.
– Wees alert op afwijkend gedrag van medewerkers na een schokkende gebeurtenis.
– Afwijkend gedrag: Stiller dan normaal, concentratieproblemen.
Lees:
- Basisopleiding Bedrijfshulpverlener, NIBHV 2011