taken (bedrijfs)hulpverlening

Bedrijfshulpverlening en haar functie

1. Taken BHV (interne hulpdienst)

  • Het bedrijf
    – Het bedrijf is vrij om te bepalen hoe de BHV-organisatie is samengesteld.
    – Het bedrijf moet kunnen garanderen dat alle BHV-taken op elk moment voldoende kunnen worden gewaarborgd.
  • BHV-ers
    – BHV-ers komen in actie na een incident.
    – BHV-ers hebben alleen uitvoerend taken.
    – BHV-ers werken bij voorkeur samen met een buddy.
    – BHV-ers vervullen een voorpostfunctie voor de hulpdiensten.
  • De BHV-organisatie
    De BHV-organisatie kan een onderverdeeld zijn in ploegen met aangewezen ploegleiders.
    – De BHV-organisatie wordt aangestuurd door de BHV-coördinator of Hoofd BHV.
  • Bedrijfshulpverlenende diensten
    De BHV-organisatie (BHV-ers) verleent bedrijfshulpverlenende diensten:
    _ 1) EHBO.
    _ 2) Beperken en bestrijden brand .
    _ 3) Beperken gevolgen van brand.
    _ 4) Alarmeren in noodsituaties.
    _ 5) Ondersteunen bij ontruiming.
    _ 6) Gidsfunctie.
  • Alarm/incident
    _
    1) De BHV-ers verzamelen zich op de afgesproken verzamelplaats.
    _ 2) De BHV-ers krijgen op de verzamelplaats hun instructies.
    _ 3) De BHV-ers voeren de instructies uit om hulp te verlenen waar dat nodig is.
    _ 4) De BHV-ers worden bijgestaan door hulpdiensten, zodra deze zijn gearriveerd.
  • Voorpostfunctie in afwachting van hulpdiensten
    – Het beperken van de gevolgen van een incident.
    – De tijd overbruggen tot hulpdiensten zijn gearriveerd met eerste hulpverlenende activiteiten.
  • Hulpdiensten
    – Politie.
    – Brandweer.
    – Ambulance.
    – (Rijkdienst voor Wegverkeer [RDW])
  • Gidsfunctie
    – Hulpdiensten opwachten bij het afgesproken contactpunt.
    – Hulpdiensten de weg wijzen (begeleiden) binnen het complex naar het incident.
    – Geven van een situatierapport. (Wat is er aan de hand?, Wat is er gedaan?)

2. Melding van het incident

  • BHV-er is  de spil in het tot actie komen bij een incident.
    Melding komt binnen bij de BHV-er.
    – BHV-er meldt een incident bij het afgesproken meldpunt (receptie, centrale, ploegleider etc.) via het algemeen bekende (interne) alarmnummer (Zie instructiekaarten).
    – In geval het interne alarmnummer niet wordt aangenomen, dient direct 1-1-2 gebeld te worden.
    – In geval de BHV-er prioriteiten heeft bij de hulpverlening kan deze iemand anders sturen om de melding te doen.
  • 1-1-2
    – De centrale zal willen weten: welke dienst nodig is, in welke gemeente en waar het gebeurd is.
    – De melder blijft aan de telefoon totdat de centralist aangeeft dat er mag worden “opgehangen”.
    – De melder keert daarna terug naar de plaats van het incident om daar de BHV-er te informeren.
  • 0900-8844
    – Dit nummer wordt gebeld bij NIET spoedeisende hulp (NEH).
    – Dit nummer is het callcenter van de politie.
    – Het callcenter zal de melder doorschakelen naar de hulpdienst.
    – (In sommige regio’s kan de ambulance direct gebeld worden.)
  • Brandmeldinstallatie (BMI)
    – Aangebrachte handbrandmelders staan direct in verbinding met een centrale.
    – Als de brandmeldinstallatie direct is doorgeschakeld met de brandweer, dan zal deze direct actie ondernemen.
    – Als er geen brandmeldinstallatie aanwezig is, dan zal de brandweer direct gebeld moeten worden.

 3. Inzet van externe hulpdiensten

  • Hulpdiensten komen in actie als de BHV het niet alleen af kan.
    – Elke hulpdienst heeft zijn eigen wettelijk takenpakket.
  • Ambulance:
    Snel en adequaat eerste medische hulp verlenen.
    – Slachtoffer(s) naar het ziekenhuis vervoeren
    .

    – Aanrijdtijd: 15 minuten na verkrijgen duidelijke informatie en begeleiding op en in het complex.
    – Na aankomst wordt er zo goed mogelijk geïnformeerd over de situatie van het slachtoffer.
    – Ambulancepersoneel zal na aankomst volgens een vast protocol het slachtoffer benaderen en hulp verlenen.
  • Brandweer:
    Redden van mens en dier.
    – Het voorkomen van uitbreiding van brand en het bestrijden van brand.

    – Met speciale apparatuur mensen beknelde situaties halen.
    – Meten van in de situatie vrijgekomen gevaarlijke stoffen.
    – Aanrijdtijd: 6 tot 8 minuten.
    – De centralist zal specifieke informatie vragen om de brandweer de mogelijkheid te geven in te schatten welke apparatuur aan te laten rijden.
  • Politie:
    Handhaven en beschermen van de rechtsorde:
    _ 1) Opsporen, vaststellen en vastleggen strafbare feiten.
    _ 2) Handhaven van de openbare orde en veiligheid. (Leidende taak bij ontruiming)
    Algemene hulpverlenende taak.
    => Veelal zal bij melding via de centrale ook de politie worden gewaarschuwd.
  • BHV-organisatie:
    – De BHV-er(s) blijven bij inzet van hulpdiensten op de “achtergrond” aanwezig voor het verlenen van hand- en spandiensten.
    – De BHV-ers kunnen ook verzocht worden door te gaan met wat ze doen onder verantwoordelijkheid van de hulpdienst. (Bijvoorbeeld: ontruiming, reanimatie)

4. Gewenste overdrachtinformatie

  • Alarmeren, hoe doe je dat?
    WIE: Naam en telefoonnummer.
    WAT: Wat is er gebeurd?
    WAAR: Waar is het gebeurd?
    WELKE: Is er actie ondernomen? Welke actie is er ondernomen?
    HOEVEEL: Zijn er slachtoffer? Hoeveel?
    GEVAAR: Zijn er mensen in gevaar? Hoeveel? Wordt de hulpverlening hierdoor belemmerd of lastig?
    AANWEZIGEN: Bedrijfsdeskundige aanwezig?
    PLATTEGROND: Is er een plattegrond aanwezig?
  • Plattegrond
    – Een plattegrond geeft snel een beeld van situatie.
    – Zorg dat plattegronden voor de hulpverlener op het contactpunt aanwezig is.
    – Leg afspraken over het contactpunt, verzamelpunt, aanrijdpunt bij voorkeur vast in het BHV-plan. (Bedrijfsnoodplan)

5. Nazorg na inzet

  • Bedrijfsopvangteam (BOT)
    – Actief hulp bieden bij het verwerken van de ervaringen bij het incident.
    – Wees alert op afwijkend gedrag van medewerkers na een schokkende gebeurtenis.
    – Afwijkend gedrag: Stiller dan normaal, concentratieproblemen.

Lees:

  • Basisopleiding Bedrijfshulpverlener, NIBHV 2011

Plaats een reactie