Brandveiligheid

Brandveiligheid

  • Tijdens evenementen dient de ESO uiterst bedacht te zijn op de brandveiligheid.
  • Er is geen tijd te verliezen. Er moet direct worden gehandeld.
    = ook bij twijfel: alarmeer altijd.
  • Brand kan zich zeer snel uitbreiden en binnen enkele seconden talloze slachtoffers maken.
  • Mobiele teams – bestaande uit ESO’s – kunnen uitgerust zijn met draagbare blusapparaten om op het terrein direct beginnende brandje te blussen.
  • ESO:
    = Preventief handelen
    : Ophangen van een brandblusser in een brandgevaarlijke ruimte.
  • Naast brandgevaar is er ook ontploffingsgevaar van gasflessen of pyro-technics.
    _ Pyro-technics: het gebruik van vuurwerk, ontploffingen en/of rook tijdens een show.
  1. Let bij brand altijd op voor je eigen veiligheid.
  2. Let bij ronde lopen altijd op brandgevaarlijke situaties.

1. Brand en evenementen

  • Verantwoordelijkheid
    a) Organisator
    = in eerste instantie is de organisator verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers;
    = moet maatregelen treffen om de veiligheid van de bezoekers zoveel mogelijk te waarborgen.
    b) Brandweer
    = stelt eisen met betrekking tot de brandveiligheid.
    = let op aanwezige blusmiddelen, vluchtroutes, vluchtwegaanduidingen, verlichting, gebruik van vuurwerk en/of rookmachines.
    c) ESO
    = kent de specifieke brandinstructies en evacuatieprocedures goed.
    = kent zijn rol bij een evacuatie en heeft dit geoefend aan de hand van verschillende scenario;
    = besteedt voor de aanvang van het evenement extra aandacht aan de vluchtroutes en controle van blusmiddelen;
    = portofoon:
    _
    gebruik een codewoord bij het constateren van brand.
    _ voorkomen dat bezoekers afluisteren.
  • Gevaren bij brand
    = brand:
    _ 1) rookontwikkeling (minder of geen zicht);

    _ 2) gasvorming (o.a. koolmonoxide => omkapselt hemoglobine);
    _ 3) hitte (temperatuurverhoging: 1.300 graden Celsius);
    _4) verbranding luchtwegen (doodsoorzaak nummer 1 na einde brand);
    _ 4) explosie;
    _ 5) gevaarlijke
    stoffen;
    _ 6) electriciteit.
    = installatie/gebouw:
    _ 5) instorting.
    = mensen:
    _ 6) paniek;
    _ 7) verdrukking;

    _ 8) verstikking.

2. Procedure bij ontdekking brand

  1.  Ook bij twijfel: alarmeer altijd.
    _ meldt de brand direct. Niet eerst zelf blussen met de kans bedwelmd te raken.
    _ brandmeldinformatie: a) Wat?, b) Waar? en c) Slachtoffers?
  2. Let op de eigen veiligheid.
    _ vrijkomende verbrandingsgassen en rook zijn direct levensbedreigend.
    _ zorg altijd voor een duidelijk vluchtroute achter je.
  3. Eerst redden, dan blussen.
    _ Zorg dat omstanders veilig zijn, voordat je iets onderneemt.
  4. Blus alleen een kleine brand of een begin van een brand.
    _ blus alleen als de brand in één handeling kan worden uitgemaakt.
    _ een blusapparaat heeft maar een zeer beperkte blus capaciteit. De brandweer is beter uitgerust.

3. Kennis van brand

  • Wat is brand?
    Een scheikundig proces, waarbij een brandstof zich bij een bepaalde temperatuur verbindt met zuurstof onder de afgifte van warmte en vorming van nieuwe stoffen.
    = Brand is 1) een ongecontroleerde en/of ongewenste reactie met zuurstof, waarbij 2) warmte vrijkomt en 3) vuurverschijnselen waarneembaar zijn.
  • Hoe ontstaat brand?
    = onvoorzichtigheid met open vuur, kortsluiting, kooktoestellen en vuurwerk.
  • Brandklassen
    A) Vaste stoffen
    = herkenbaar aan: gloed en vlammen;
    = voorbeelden: hout, papier, textiel.
    B) Vloeistoffen
    = herkenbaar aan: vlammen, zwarte vette walmende rook;
    = voorbeelden: benzine, olie, frituurvet, spiritus.
    C) Gassen
    = herkenbaar aan: vlammen en explosies;
    = voorbeelden: aardgas, LPG, butaangas.
    D) Metalen
    = herkenbaar aan: gloed, intense hitte;
    = voorbeelden: aluminium, magnesium.
    E) Elektriciteitsbranden
    = herkenbaar aan: brand in elektrische installatie;
    = voorbeelden: kortsluiting, overbelasting, verouderde bedrading.

Brandklassen
De Europese categorie-indeling die op 1 januari 2010 van kracht is geworden (A t/m E). (www.rijkswaterstaat.nl en tunnelveiligheid)

  • Zuurstof
    = omringende lucht: zuurstof (O : 21%), stikstof (N : 78%) en overige gassen (1%);
    = voor brand is minimaal zuurstof (O : 17%) nodig.
  • Ontbrandingstemperatuur
    = de temperatuur die een stof nodig heeft om te kunnen (ont)branden;
    = iedere brandbare stof heeft een eigen ontbrandingstemperatuur.
  • Branddriehoek

    Branddriehoek

    Branddriehoek
    _ 1) Brandbare stof.
    _ 2) Zuurstof.
    _ 3) Energie door ontbrandingstemperatuur (warmte).
  • Blussen
    = het effect wegnemen van één van de zijden van de branddriehoek.

3. Draagbare blusmiddelen

  • Draagbare blustoestellen
    = mogen maximaal 20 kilo wegen;
    = “P-7 blusser”: poederblusser van 7 kilogram;
    = gemiddelde werkingsduur is tussen 10 en 20 seconden.
  • Eisen draagbare blustoestellen
    = meld direct dat een blusmiddel beschadigd of gebruikt is. Wat en waar!
    _ 1) Er moet een duidelijke gebruiksaanwijzing op staan.
    _ 2) De inhoud moet zijn aangegeven.
    _ 3) Aanduiding van geschiktheid voor welke brandklasse.
    _ 4) Moet verzegeld zijn.
    _ 5) Moet een rijkskeurmerk hebben.
    _ 6) Moet gevuld zijn.
    _ 7) Moet een type-aanduiding hebben.
    _ 8) De naam van de fabrikant moet vermeld staan.
    _ 9) Moet een vermelding van de vulstof hebben .
  • Indeling van blusmiddelen
    _ 1) Natte blusstoffen: water, schuim, light-water [AFFF], sproeischuim.
    _ 2) Droge blusstoffen: poeder, (droog) zand, blusdeken.
    _ 3) Blusgassen: koolzuursneeuw (CO2), argon.
  • Natte blusstoffen
    a) Water:
    = ‘onbeperkte’ inzetbaarheid bij aanwezigheid slanghaspels en aansluiting op het waterleidingnet.
    = slang (lengte: 20 tot 30 meter) moet eerst worden uitgerold, waarna de kraan kan worden opengedraaid.
    = straalpijpstanden:
    _ 1) aan/uit.
    _ 2) nevel-/sproeistraal, brand bestrijden van nabij en groter koelend effect.
    _ 3) gebonden straal: harde gerichte staal, brand van ver bestrijden.
    = eerst proefblussen:
    _ 1) werking,
    _ 2) aanwezige lucht verwijderen
    = brandklasse A.

    +

    Goedkoop en in grote hoeveelheden aanwezig Vorstgevoelig
    Zorgt voor afkoeling, omdat het zeer veel warmte kan opnemen Elektrisch geleidend
    Beste effect bij gebruik van een hoge druk nevelstraal Niet geschikt voor vloeistofbranden
    Niet giftig Veel waterschade

    b) Schuim:
    = groot deel schuim met toegevoegd schuimvormend middel (svm);
    = blussen vloeistofbranden: schuim dekt de dampen af = geen zuurstof;
    = afdekken gemorste vloeistof of andere brandbare goederen = geen zuurstof;
    = werkt koelend;
    = brandklasse A, B.

    +

    Zeer geschikt voor vloeistofbranden Elektrisch geleiden
    Weinig water, veel schuim Nevenschade
    Vorstgevoelig
    Laag koelend vermogen
    Bederft

    c) Light-water:
    = “A triple F” (AFFF, “Aqueous Film Forming Foam“);
    = afdekkend
    = geel-bruine vloeistof gemengd met water;
    = vormt een “filmlaagje” over de brandende vloeistof;
    = brandklasse B.
    d) Sproeischuim:
    = multi-class of sproeischuimblusser;
    = speciaal middel gemengd met water;
    = vormt een “filmlaagje” over de brandende (vloei)stof met verbeterde doordringbaarheid in stoffen;
    = zelfs apparatuur onder spanning (elektrische stroom) kan worden geblust;
    = brandklasse A, B en E (elektriciteitsbranden).

    +

    Bederft niet Enigszins vorstgevoelig
    Groot bluseffect Veroorzaakt nevenschade
    Niet gevaarlijk voor de gezondheid Vrij kostbaar
    Ook te gebruiken bij elektriciteitsbranden Veroorzaakt roest (corrosie)
  • Droge blusstoffen
    a) Poeder:
    = hoofdbestanddeel is zout;
    = poeder laatste keuze: poeder is zeer agressief en dringt overal in;
    = brandklassen: A, B, C, D en E (elektriciteitsbranden) (afhankelijk van type blusser).

    +

    Niet elektrisch geleidend Niet geschikt voor fijne apparatuur of levensmiddelen
    Bruikbaar in besloten ruimte en open lucht Gering koelend effect
    Weinig windgevoelig Kans op herontsteking
    Vorstbestendig Grote bluskracht
    Geschikt voor gas- als vloeistofbranden Poederresten verwijderen is zeer tijdrovend
    Zeer snelle blusstof Zeer roestvormend (corrosie)
    Afhankelijk van de samenstelling voor praktisch iedere brand te gebruiken Zicht wordt sterk belemmerend.
    Lastig in besloten ruimten

    b) Zand:
    = brandklasse A ,B.

    +

    Afdekkend
    Zeer geschikt voor kleine brand

    c) Blusdeken:
    = brandklasse A, personen.

    +

    Afdekken brandende voorwerpen (frituurpan, vuilnisbak, kleding) Na gebruik niet meer geschikt voor hergebruik
    Strak inwikkelen brandende mens
  • Blusgassen
    a) CO2 (Kooldioxide)
    = herkenbaar aan expansiekoker (straalpijp/-koker);
    = koolzuursneeuw, geeft bevriezing bij aanraking met blote huid;
    = werkt verstikkend;
    = brandklasse B, C en E (elektriciteitsbranden).

    +

    Niet elektrisch geleidend Kans op verstikking bij gebruik in besloten ruimte.
    Niet vorstgevoelig Gevaarlijk voor mens en dier
    Niet agressief Geen nevenschade
    Verwaait snel,
    Gebruiksonvriendelijk
    1,5x lichter dan lucht Opgeslagen in zware cilinders
    Kort bereik

    b) Halon
    = een geweldig blusgas: het gebruik ervan niet meer toegestaan.

4. Vaste blusinstallatie

  • Brandkranen
    = aansluitpunt voor een slang door plaatsing opzetstuk;
    = bovengronds: hydranten. Steken als een paaltje boven het wegdek uit;
    = ondergronds: in putje onder het wegdek. Bordje met rode rand en letter “B” wijst de plek van de brandkraan;
    = binnenshuis: slanghaspel met binnenbrandkraan.
    = droge stijgleiding: alleen bij brand komt er water onder druk in. Voordeel: geen slangen uitrollen naar grote hoogte.
  • Sprinklerinstallatie
    = gekoppeld aan waterleiding die genoeg water kan leveren;
    = groot aantal op verschillende plaatsen aangebrachte sproeikoppen;
    = een directe verbinding naar de brandweer of permanente bezette post;
    = in elke sproeikop zit een temperatuurgevoelig plaatje om “brand” te ontdekken;
    = ESO: weet waar de handmelders zijn en hoe deze te activeren.

Literatuur

Plaats een reactie