crowd control | crowd management plan

Crowd management plan

http://kcev.nl/604/crowd-management-ii

Crowd management beoogt dat bezoekers zich veilig kunnen verzamelen en verplaatsen.

Om dit te bereiken, moet worden voorkomen dat er waar dan ook  een 1) te hoge publieksdichtheid of 2) congestie ontstaan. Die twee staan niet op zichzelf. Opstopping van de doorstroming (congestie), zal snel leiden tot een verhoogde publieksdichtheid en vice versa. Het één beïnvloedt het ander.

Bepalend voor de publieksdichtheid is in ieder geval het bezoekersaantal. Wanneer de bezoekerscapaciteit  – het maximale (veilige) aantal bezoekers voor een evenement – wordt overschreden, kunnen eenvoudig ook de grenzen voor de publieksdichtheid worden overschreden.

Door congestie kan op een specifiek moment en plaatselijk een te hoge publieksdichtheid ontstaan. Dit kan uiteraard ook zonder de bezoekerscapaciteit te overschrijden.

Voorbeelden waardoor congestie kan ontstaan zijn:

  • te hoge intensiteit van publieksstromen;
  • verandering van de capaciteit van een doorgang;
  • verandering van de richting van publieksstromen;
  • samenkomst van (conflicterende) publieksstromen.

Naast deze ‘infrastructurele knelpunten’ kan congestie ontstaan door 1) vluchtgedrag en  2) competitieve drang. Bijvoorbeeld wanneer bezoekers massaal willen schuilen bij het uitbreken van noodweer of gaan rennen bij aanvang van een evenement voor de beste plaatsen nabij het podium.

1. Het vaststellen van de bezoekerscapaciteit  is een fundamenteel onderdeel van crowd management. Het is belangrijk de grenzen voor de publieksveiligheid te kennen en te weten waar en wanneer deze bereikt dreigen te worden. Dit vraagt om meer dan een vermenigvuldiging van het voor publiek beschikbare oppervlak (in m2) en de gewenste publieksdichtheid (per m2). Niet alleen is het onjuist om aan te nemen dat bezoekers zich gelijkmatig over een evenementenlocatie verdelen, ook wordt er dan aan veel factoren voorbij gegaan. Bijvoorbeeld aan de hiervoor genoemde congestie.

Bij gedegen crowd management wordt het aantal bezoekers in balans gebracht met niet alleen de evenementenlocatie, maar ook de wijze waarop bezoekers hier gebruik van maken. Dit vraagt om een beschouwing van de capaciteit van onder meer  de infrastructuur en voorzieningen. Dit alles zowel onder normale omstandigheden als bij nood.

2. In de voorbereiding dienen knelpunten zichtbaar gemaakt te worden: Waar en wanneer kan een te hoge publieksdichtheid ontstaan? Op basis van dit inzicht kan besloten worden wat wel en niet kan. Dan kunnen de benodigde maatregelen vastgesteld worden.

3. Genomen/te nemen maatregelen kunnen bepaalde knelpunten wegnemen. Crowd control is onderdeel van crowd management en verwijst naar genomen dan wel te nemen maatregelen om het gedrag van groepen mensen in te perken of te sturen. Denk hierbij aan het inzetten van veiligheidsmedewerkers om knelpunten te reguleren of eenrichtingsverkeer in de routing te handhaven. Videoschermen kunnen zichtlijnen vergroten en een aanpassing van de programmering kan bijdragen aan een gefaseerde instroom (of uitstroom) van bezoekers en  het plaatsen van barriers kan bijdragen aan de beheersbaarheid van knelpunten.

4. Crowd management plan. Alle inzichten en maatregelen in het kader van crowd management dienen in een plan te worden uitgewerkt.  Vervolgens dient dit plan in praktijk gebracht te worden en is het zaak dat er wordt toegezien op de uitvoering. De activiteiten in het kader van crowd management bij evenementen bestaan hiermee uit: 1) Voorbereiden (planning),  2) Uitvoeren, 3) Controleren en 4) Bijsturen.

Naast voldoende aandacht en kennis, is een professionele uitvoering een randvoorwaarde voor de publieksveiligheid van een evenement.

“Crowd Management Plan” is het tweede deel van een tweedelige publicatie. Het eerste deel gaat in op aandacht voor- en kennis van crowd management. Zie: crowd management | evenementeveiligheid.

Geschreven door:

Mari Van Dorst

crowd management I evenementenveiligheid

Crowd management en evenementenveiligheid

http://kcev.nl/476/crowd-management-i

Crowd management is verworden tot een klassiek leerstuk uit de evenementenveiligheid. Crowd management is het systematisch plannen van en het sturing geven aan het ordelijke verloop van gebeurtenissen waarbij grote aantallen mensen bij elkaar komen. De publieksveiligheid bij evenementen is in grote mate afhankelijk van crowd management.

  • Publiek kan zich veilig en geordend verzamelen en verplaatsen.
  • Voorkomen dat er waar dan ook een te hoge publieksdichtheid (concentratie van bezoekers) ontstaat. Dit is niet vanzelfsprekend.

Crowd management vraagt om 1) aandacht, 2) kennis en 3) invulling van voorgaande punten.

Op het eerste gezicht mag de vraag om aandacht voor crowd management bij evenementen evident lijken. Toch is dit niet altijd zo vanzelfsprekend. De mate van aandacht voor crowd management wordt beperkt doordat er in veel gevallen onvoldoende bekendheid is met de materie.

1) Aandacht. Crowd management kan als ‘onnodig gedoe’ worden ervaren, vanwege het uitgangspunt dat (de omvang van) een evenement hier niet om vraagt of om de voorbereiding voor een evenement te verlichten. Mijn inziens staat dit op gespannen voet met de verantwoordelijkheid van betrokken partijen voor de publieksveiligheid bij evenementen.

2) Kennis van de dynamica. Naast aandacht vraagt crowd management vooral om kennis over hoe publiek zich vormt en beweegt, inzicht in de dynamiek van een menigte (“crowd dynamics”). De belangrijkste onderwerpen hierbij zijn publieksdichtheid en doorstroming: de mate waarin publieksstromen zich kunnen voortzetten.

De publieksdichtheid en doorstroming worden beïnvloed door een keur aan factoren die verband houden met onder meer:

  1. de inrichting van de evenementenlocatie,
  2. de bezoekerscapaciteit,
  3. aanwezige faciliteiten,
  4. communicatie,
  5. het bezoekersprofiel en
  6. psychologische factoren.

Crowd dynamics geeft daarmee inzicht en informatie die bruikbaar is bij crowd management, waarbij de mogelijkheden tot het beïnvloeden van de publieksdichtheid en doorstroming belangrijk zijn.

3) Invulling. Door de veelheid en diversiteit van factoren kan behoefte bestaan aan simplificatie. Zeker voor diegenen die er in de praktijk mee aan de slag moeten. Welk uitgangspunt moet dan genomen worden? Hier lijken zich twee stromingen te onderscheiden.

  1. Er zijn deskundigen op het gebied van evenementenveiligheid die menen dat élke factor die van invloed is, waar mogelijk meegewogen moet worden. Het mag duidelijk zijn dat dit lastig te realiseren is; het is bijzonder veelomvattend en vraagt om geavanceerde computersimulaties.
  2. Anderen menen dat er verder gesimplificeerd mag worden en computersimulaties niet noodzakelijk zijn, zolang er maar niet overgesimplificeerd wordt. Willekeurige effecten en elementen, worden dan niet meegewogen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld bochten in de routing die invloed hebben op de doorstroming.

Wat hier ook van zij, beide uitgangspunten bevatten enige simplificatie. Zo zijn er factoren waarvan het vrijwel onmogelijk is om de invloed hiervan mee te nemen in een berekening of simulatie, terwijl deze wel degelijk een uitwerking hebben. Denk hierbij aan psychologische factoren die invloed hebben op het menselijk gedrag.

Hoe dan ook, betrokken partijen moeten doen wat in hun vermogen ligt, daarbij bewust zijn van de beperkingen en hier rekening mee houden. In deze complexe materie is enige simplificatie onvermijdbaar. Dat betrokken partijen moeten doen wat in hun vermogen ligt, heeft een grote invloed op de mate waarin zij mogen simplificeren. Tegen deze achtergrond past het de deskundigheid van betrokkenen te ontwikkelen of te bezien waar benodigde kennis te halen is.

“Crowd Management | Evenementenveiligheid” is het eerste deel van een tweedelige publicatie. Het tweede deel bevat een nadere uiteenzetting van de materie en invulling. Zie: crowd control | crowd management.

Geschreven door:

Mari Van Dorst

Mijn eerste ervaringen als eso

Mijn eerste ervaringen als ESO

Onlangs heb ik mijn eerste praktijkervaring opgedaan met Evenement Beveiliging. Vanwege privacy redenen geef ik niet aan om welk evenement het gaat.

Ik werd gevraagd om ESO te zijn bij een nachtelijk evenement. Het was een lange nacht. In het kader heb ik opgenomen wat ik heb gedaan en enkele zaken beschreven die ik volgende keer beter in grip moet krijgen.

1. Verslag van het Evenement

1.1. INGENOMEN POSITIES

21:30 – 00:30 Visitatie
=> Acties:

1. Visitatie.
2. Crowd control (afstand houden).
3. Liaison: tussenpersoon op onoverzichtelijke situatie.

Coördinator: Victor 1 en Victor 2 (1e lichting)

00:30 – 04:00 Nooduitgang bewaken
=> Acties:

1. Toegangscontrole.
2. Poort openen en sluiten voor voertuigen.

Coördinator: A03

04:00 – 07:30 Hoofduitgang
=> Acties:

1. Mensen “Goede reis wensen”.
2. Vraagpunt voor verontruste gasten (Taxi, verloren goederen).
3. Tegenhouden terugkeer in gebouw.
4. Rookbeleid handhaven.

Coördinator: GEEN!!! >> Moet niet mogen!!!

GEEN PAUZE GEHAD!!!!
GEEN Portofoon kan funest zijn voor de organisatie!! (Had deze niet op positie 3)


1.2. ENKELE TIPS VOOR DE ORGANISATIE

A. Plattegrond
_ 1. Zorg voor het aanleveren van een (goede) plattegrond.
== Was niet aanwezig!!

_ 2. Elke beveiliger moet de plattegrond kennen.
== Was niet aanwezig dus kon het alleen door persoonlijke verkenning begrepen worden.

B. Consumptie/Pauze
_ 1. Zorg dat de consumptiebonnen bij het inschrijven worden verstrekt.
== Ik heb ze niet gehad.
== De coördinator zorgde wel voor drinken maar niet voor eten. (Of gelegenheid daar voor.)

_ 2. Het is de verantwoording van de zaal-/locatiecoördinator om te zorgen dat iedereen de gelijke kansen krijgt om te pauzeren/eten/drinken.
== Heb daar geen gelegenheid voor gehad!

C. Verloren/vergeten goederen
_ 1. Zorg dat elk “lokaal” een verzamelpunt heeft voor verloren/vergeten goederen.
== Men wist niet waar deze goederen ingeleverd moesten worden.
== Verantwoording voor de zaal-/locatiecoördinator om de mensen daarover in te lichten.

_ 2. Verzamel deze goederen in/bij de post “Verloren/Vergeten Goederen”.
== Verantwoording voor de zaalcoördinator.

_ 3. Zorg dat Beveiliging weet waar de post “Verloren/Vergeten Goederen”
== Er was onduidelijkheid/onbekendheid over de positie van de post VVG.
== Ik heb de gasten niet naar behoren kunnen ondersteunen.

_ 4. Zorg dat de post VVG en Beveiliging goed is ingelicht over de mogelijkheden na het
evenement om naar de goederen te kunnen informeren.
== Dit voorkomt helpt bij het ondersteunen van de gast.
== Ik heb de gasten niet naar behoren kunnen ondersteunen.

D. Huishoudelijk reglement
_ 1. Bij de entree MOET DUIDELIJK een huishoudelijk reglement gepubliceerd zijn.
== Om gasten OP VOORHAND te waarschuwen wat ze NIET mogen meenemen.
== Ik heb geen huishoudelijk reglement waargenomen.
== Algemeen aanvaarde regels geven GEEN juridische grond voor het in beslag nemen van
de goederen, zoals bij visitatie werd gedaan!!!!

Ergo: In beslag name is onrechtmatig in deze situatie!!!

E. (Gele) scheidingslijn
1. Geef achter de visitatie duidelijk aan van waar af de gast kan wachten op zijn partner(s).
== Mensen zijn gewend om te letten op de privacy tegenwoordig. (Denk aan de lijn voor de balie bij de bank.)

2. Mijn ervaring

Het was een leuke ervaring zonder al te veel nare situaties. Leuk, omdat je het evenement van een andere kant mag bekijken. Van de zijlijn. Dus mensen en de situatie waarnemen, en ingrijpen waar nodig.

In de aanloop van dit evenement heb  ik wel een nieuw te hergebruiken tenue moeten aanschaffen: spijkerbroek en zwarte T-shirt. Beide kledingstukken waren geen standaard tenue voor mij.

De meeste mensen gingen tevreden naar huis. Er zijn er ook die dronken, gewond (verstuikte enkels), aangeschoten, uitgelaten waren. Wat minder leuk was, was dat diverse mensen spullen verloren waren. (Mobiele telefoons, identiteitskaart, pinpas)

Punten die ik de volgende keer meer moet benadrukken voor mij zijn:
1) Wat is de situatie (plattegrond)?
2) Wat zijn de alarmcodes?
3) Hoe gaan we hier om met brand?
4) Hoe wordt de pauze geregeld?
5) Hoe omgaan met verloren/gevonden goederen?

Er zal best wel meer te bedenken zijn, maar dit is wat nu bij mij opkomt.

Huib Salomons
Event Security Officer (ESO) in opleiding

###

Flash cards beveiliging gebouwen

Vraag Antwoord
1. Wat is de Wet Bescherming Persoonsgegevens? Geeft aan iedereen het recht om de over hem opgeslagen persoonsgegevens in te zien en te laten verwijderen.
2. Na een brand op uw bedrijf komt een verslaggever van de plaatselijke krant naar u toe en vraagt u wat er precies is gebeurd.
Hoe handelt u?
U verwijst hem naar uw leidinggevende.
3. Wat is het doel van rapporteren? Schriftelijk en/of mondeling informeren en verantwoording afleggen.
4. Bij welk arbeidsconflict wordt het werk NIET stilgelegd? Bij een stiptheidsactie.
5. Welk gevaar is een technisch risico?
a) Het blokkeren van een veiligheidsventiel van een machine.
b) Het werken aan een machine die veel lawaai maakt.
c) Het ontwikkelen van een ingewikkeld bedrijfsproces.
d) Het werken op een productieafdeling.
Het blokkeren van een veiligheidsventiel van een machine.
6. Gevaren voor een bedrijf kunnen van opzettelijk en niet opzettelijke menselijke oorzaak zijn. Welke menselijke oorzaak is van niet-opzettelijke aard?
a) Corruptie.
b) Achteloosheid.
c) Spionage.
d) Sabotage.
Achteloosheid.
7. Men kan tijdens een calamiteit de veiligheid van personen bij in-en uitgangen bevorderen door gebruik te maken van… Voldoende doorgangen.
8. In verband met een open dag van een computerbedrijf worden er instructies gemaakt voor de beveiliging.
Hoe noemen we deze instructies?
Tijdelijke instructies.
9. Welk object is een voorbeeld van een half besloten object?
a) Een openbare bibliotheek
b) Een bioscoop
c) Een park
Een bioscoop.
10. Tijdens uw dienst begint het te onweren met veel regen en bliksem. Na dit onweer voert u een ronde uit over het terrein om te zien of er schade is ontstaan. Hier is sprake van …
a) Controleren.
b) Alarmeren.
c) Signaleren.
d) Observeren.
Controleren.
11. Een voorbeeld van preventief handelen is een brandblusser …
a) ophangen in een brandgevaarlijke ruimte.
b) die over de keuringsdatum is verwijderen.
c) uitproberen bij een controleronde.
d) gebruiken bij een begin van brand.
Ophangen in een brandgevaarlijke ruimte.
12. Als gevolg van een brand wordt de productiewerkplaats van een meubelfabriek totaal verwoest. Dit is een schade uit:
a) Categorie I. (Vitaal belang)
b) Categorie II. (Zeer groot belang)
c) Categorie III. (Gerin belang)
Categorie I.
13. Bij het bedrijf stopt een tankauto bij een rioolput. U ziet dat er benzine uit de tankauto lekt. U alarmeert de brandweer. Welke maatregelen moet u nog meer nemen om brand te voorkomen?
a) Het gebied afzetten, de benzine met water verdunnen en de lekkage stoppen.
b) Het gebied afzetten, een rookverbod instellen en de rioolput afdichten.
c) Een rookverbod instellen, de benzine met water verdunnen en rapporteren.
d) Het gebied afzetten, de tankauto laten verplaatsen en de rioolput afdichten.
Het gebied afzetten, een rookverbod instellen en de rioolput afdichten.
14. Wat is het kenmerkende verschil tussen ‘in beslag genomen goederen’ en ‘in bewaring genomen goederen’ door een beveiliger?
a) In bewaring genomen goederen volgen na een aanhouding terwijl in beslag genomen goederen volgen nadat een persoon is staande gehouden.
b) Bij in beslag genomen goederen gaat een aanhouding vooraf terwijl voor het in bewaring nemen van goederen een rechtelijk bevel noodzakelijk is.
c) In bewaring genomen goederen worden tijdelijk opgeborgen terwijl bij in beslag genomen goederen vooraf een aanhouding heeft plaatsgevonden.
In bewaring genomen goederen worden tijdelijk opgeborgen terwijl bij in beslag genomen goederen vooraf een aanhouding heeft plaatsgevonden.
15. Wat is GEEN primair kenmerk met betrekking tot een signalement?
a) Lengte
b) Huidskleur
c) Postuur
d) Kleur haar
 Kleur haar.
16. Tijdens een ronde controleert u de vluchtwegen. Waarop controleert u? Op het vrij zijn van obstakels binnen en buiten, de nooduitgangen op sluitwerking en verlichte pictogrammen.
17. In een telefooncentrale wordt gebruik gemaakt van een automatische brandblusinstallatie.
Welk soort installatie zal men hier aantreffen?
Een blusgasinstallatie.
18. Wat is de blussende werking van zand? Afdekkend.
19. Door kortsluiting ontstaat er brand in een televisietoestel.
Onder welke brandklasse valt deze?
Klasse A
(anders na 2010 Klasse E == elektriciteit)
20. Op welk element van de branddriehoek heeft de blusstof water het meeste effect? Temperatuur.
21. Tijdens uw surveillanceronde ontdekt u een beginnende brand. Wat moet u als eerste doen? Als eerste alarmeren.

http://flashcarddb.com/cardset/48132-beveiliging-van-gebouwen-2-flashcards

Risicoanalyse | beveiligingsplan

Risicoanalyse en beveiligingsplan

Ieder object loopt risico’s op schadelijke invloeden. Dat zijn ongewenste gebeurtenissen die schadelijk kunnen zijn voor a) het object, b) goederen die zich daar bevinden en voor c) personen. Een zeer ernstige ongewenste gebeurtenis met (mogelijk) vergaande gevolgen noemen we een calamiteit.

Schadelijke invloeden

  • Schadelijke invloeden: Ongewenste gebeurtenissen die schadelijk zijn voor de onderneming, het personeel en/of goederen.
  • Interne schadelijke invloeden: Invloeden die van binnen uit het object komen.
  • Externe schadelijke invloeden: Invloeden die van buiten het object komen.
  • Calamiteit: Ernstige ongewenste gebeurtenis.

Soorten schadelijke invloeden:

  1. Natuurlijke invloeden – Blikseminslag, hagel of overstroming.
  2. Technische invloeden – Storingen, slijtage, uitval elektriciteit.
  3. Menselijke invloeden

Soorten menselijke invloeden:

  1. Opzettelijk – Diefstal, sabotage, spionage of vernieling.
  2. Onopzettelijk – Onachtzaamheid, slordigheid of onvoorzichtigheid.

1. De risicoanalyse

Voordat een onderneming of instelling goede beveiligingsmaatregelen kan nemen, moet daar eerst over worden nagedacht.

Veel ondernemingen of instellingen hebben daarom het volgende onderzocht:

  • Welke risico’s lopen we?
  • Hoe groot zijn de risico’s?
  • Hoe reëel is de kans dat er een ongewenste gebeurtenis plaatsvindt?
  • Wat zijn de gevolgen van ongewenste gebeurtenissen?

Zo’n onderzoek heet een risicoanalyse. Deze analyse bepaalt de vorm(en) van beveiliging die de onderneming moet nemen.

Het maken van een goede risicoanalyse bestaat uit drie stappen:

  1. Zoek uit wat de risico’s zijn die de onderneming loopt.
  2. Zoek uit hoe groot de kans is dat een bepaald risico zich voordoet.
  3. Zoek uit wat de gevolgen kunnen zijn van een risico voor:
    _ a) Het personeel.
    _ b) Het voortbestaan van de onderneming.
    _ c) Het milieu

Bij het maken van de risicoanalyse spelen allerlei kenmerken en bijzonderheden van een object een belangrijke rol.

1.1 Risicoanalyse en de beveiliger

  • Een bijdrage leveren aan stap 1 (risico’s) van de risicoanalyse door observeren en rapporteren.
  • Meedenken bij stap 2 (kans).

Kenmerken en bijzonderheden:

1. Object

  • Wat voor soort object is het?
  • Waar ligt het object?
  • Hoe uitgestrekt en overzichtelijk is het object?
  • Bestaan de gebouwen uit oud- of nieuwbouw?
  • Bestaat het object uit laag- of hoogbouw?
  • Is het object en/of de daarin aanwezige inventaris, kennis en informatie eenvoudig, moeilijk of niet te vervangen?
  • In welke schadecategorie vallen de verschillende delen van het object?

2. Bedrijf

  • Wat is de politieke situatie?
  • Wat zijn de bedrijfsactiviteiten?
  • Wat voor bijzondere bedrijfsactiviteiten zijn er?
  • Zijn het product en/of de aanwezige informatie en kennis interessant voor criminelen?

1.2 Schadecategorieën

Belang:

  • Categorie 1: VitaalEinde verhaal, failliet, geen productie meer.
  • Categorie 2: Zeer grootProductie kan enige tijd stilliggen, bedrijf bestaat nog wel.
  • Categorie 3: GeringVervelend maar geen gevolgen voor de productie, bijvoorbeeld brand in kantine.

Na de risicoanalyse wordt het beveiligingsplan opgesteld.
Het bestuur of de directie en de OR moeten hiermee instemmen.


2. Beveiligingsvormen

Nadat er een risicoanalyse is gemaakt, moet worden bepaald welke vormen van beveiliging in het object en in de verschillende delen van het object wenselijk zijn. Er zijn verschillende vormen van beveiliging mogelijk.

2.1 Beveiligingsvormen (MAMP):

  • Manbeveiliging – Door de mens uitgevoerd – winkel, mobiel of object surveillance.
  • Animale beveiliging – Door dieren uitgevoerd – honden of ganzen.
  • Materiële beveiliging – Bouwkundige, technische, communicatieve of administratieve hulpmiddelen.
  • Personele beveiliging – Beveiliging van of tegen personen.

Ezelsbruggetje: MAMP

2.2 Het beveiligingsplan

De maatregelen die worden genomen zijn vastgelegd in een beveiligingsplan.

Drie voorwaarden van een goed beveiligingsplan:

  1. De gekozen beveiligingsmaatregelen moeten
    _ a) geschikt zijn om het doel van beveiligen en
    _ b) helpen het hoofddoel van de onderneming te kunnen halen.
  2. De verschillende maatregelen moeten
    _ a) goed op elkaar zijn afgestemd,
    _ b) elkaar aanvullen en
    _ c) ondersteunen.
  3. Het beveiligingsplan moet binnen de gehele onderneming een bindend bedrijfsvoorschrift zijn.

3. Belangrijke begrippen

Beveiligingsplan Een overzicht van elkaar aanvullende maatregelen met als doel de onderneming of de instelling te beschermen tegen ongewenste gebeurtenissen.
Calamiteit Een ernstige, ongewenste gebeurtenis met (mogelijk) vergaande gevolgen.
Schadelijke invloeden
Schadelijke invloeden Ongewenste gebeurtenissen die schadelijk kunnen zijn voor het object, voor de goederen die zich daar bevinden en voor de daar aanwezige personen.
– Externe Schadelijke invloeden die van buiten het object komen.
– Interne Schadelijke invloeden die van binnen het object komen.
– Menselijke Schadelijke invloeden met de mens als oorzaak.
– Natuurlijke Schadelijke invloeden met de natuur als oorzaak.
– Technische Schadelijke invloeden die een technische oorzaak hebben.
Maatregelen
– Preventieve Maatregelen die ongewenste gebeurtenissen zoals derving, schade en ongelukken moeten voorkomen.
– Repressieve Maatregelen die worden genomen nadat er een ongewenste gebeurtenis zoals derving, schade of een ongeluk heeft plaatsgevonden.
 
Risicoanalyse Een onderzoek waarbij wordt uitgezocht welke risico’s een onderneming of een instelling loopt, hoe groot de kans is dat ongewenste gebeurtenissen optreden en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn.
Schadecategorie Een categorie waarin wordt aangegeven hoe belangrijk een onderdeel van een object is voor het functioneren van de onderneming of de instelling.
Sabotage In het geheim en met opzet de normale gang van zaken in een onderneming verstoren.
Spionage In het geheim en zonder toestemming politieke, militaire of industriële gegevens verzamelen om ze voor andere doelen te gebruiken.

www.martingroeneweg.nl/cursus/BvGE/

Event Security Officer

Event Security Officer (ESO)

  1. Wat is een evenement?
  2. Wat is je rol is tijdens evenementen?
  3. Wat zijn de meest voorkomende werkzaamheden?
  4. Wat zijn de verantwoordelijkheden?

1. Definitie evenement

Volgens de Circulaire particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Ministerie van Justitie):

  1. een publiek toegankelijke gebeurtenis;
    = tijdelijke en incidentele gebeurtenis;
    = vindt plaats op een vooraf bekende, afgebakende locatie;
    = betrokken gemeente heeft op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een evenementenvergunning verleend of
  2. vindt plaats in een inrichting, waarop een milieuvergunning rust en waarbij deze vergunning het toelaat een evenement te organiseren.

2. Rol van de Event Security Officer

  1. Het bevorderen van objectieve [aanwezig zijn] en subjectieve [corrigerend optreden] veiligheid.
  2. Vervullen van oog- en oorfunctie.
  3. Vervullen van de rol van gastheer/-vrouw (service verlenen).
  4. Zorgen voor goede communicatie met je beveiligingsteam.

3. De meest voorkomende werkzaamheden ESO

3.1 Service verlenen aan mensen

  • Bezoekers (Nederlands, anderstalig).
  • Specifiek:
    = gehandicapten;
    = kinderen;
    = VIPS;
    = ouderen.

3.2 Oplossen van problemen

  • Zoekgeraakte voorwerpen.
  • Diefstal.
  • Verdachtmakingen, beschuldigingen.

3.3 Voorkomen van problemen (pro-actief)

  • Niet-gedragende bezoeker van het terrein begeleiden.
  • Informeer de centrale post van (mogelijk) gevaarlijke situaties.

3.4 Dienstverlening

  • Parkeertoezicht
    = Zorgen voor ordelijk verloop opvang en begeleiding van auto’s naar parkeerplek.
    = Weten welke parkeerkaarten in omloop zijn (pass sheet).
    = In de gaten houden van het parkeervolume.
  • Ronde lopen / surveilleren
    = Toezicht houden: afwijkend gedrag en situaties tijdig signaleren (spotten).
    = Preventief optreden: indien nodig mensen aanspreken op gedrag.
    = Repressief optreden: voorkomen van problemen.
    = Voor/tijdens/na het evenement.
  • Inspectieronde lopen
    = Pro-actief: veiligheidsissues herkennen en oplossen.
    _ denk aan nooddeuren, alarmapparatuur, brandblusmiddelen, potentiële gevaren.
  • Toegangscontrole
    = Controle op toegangsbewijzen.
    = Controleren gasten-/personeelslijsten.
    = Voorkomen dat ongewenste voorwerpen mee naar binnen worden genomen (veiligheidsfouilleren).
    = Het ordelijk laten verlopen van het betreden/verlaten van het terrein.
  • Frontstage
    = Toezicht houden op vakken waar  publiek in staat of zit voor het podium.
    = Vakken worden gecreëerd met barriers [speciale hekken] (crowd control)
  • Backstage
    = Begeleiden van artiesten naar en van het podium.
    = Bewaken kleedkamers, nooduitgangen/-deuren (waarborgen privacy van artiesten).
  • Incident/crowd control
    = Toepassen crowd control technieken (verwijderen van mensen die aanzetten tot haat, discriminatie of geweld).
    = Opvangen slachtoffers.
    = Omgaan met mensen onder invloed van verdovende middelen en/of alcohol.
    = Weten wanneer opgeschaald wordt (politie neemt de leiding over).
  • Assisteren bij ontruiming

3.5 Handelen bij potentieel gevaar

  • Assisteren bij ontruiming
    = mogelijke strengere toegangscontrole op goederen en personen;
    = mogelijke met visitatie en oppervlakkige veiligheidsfouillering (preventief);
    = voorkomen toelaten van personen op het terrein of gebouw;
    = er op letten dat iedereen zijn eigen persoonlijke spullen mee naar buiten neemt.
  • Potentieel gevaar?!
    _ 1) Wees alert op mogelijke gevaarlijke situaties (pro-actief).
    _ 2) Informeer een leidinggevende.
    _ 3) Pleeg altijd overleg met een collega.
    _ 4) Houd contact met de collega’s.
    _ 5) Neem het gevaar weg.
    _ 6) Verwijder eventueel bezoeker(s). Doe dit niet alleen.
    _ 7) Beperk – indien mogelijk – blootstelling aan het gevaar.
  • Extra aandacht voor speciale bezoekersgroepen
    _ 1) gehandicapte mensen.
    _ 2) bezoekers met zicht- of gehoorproblemen.
    _ 3) bezoekers onder invloed van bewustzijnsbeïnvloedende stoffen.
    _ 4) kinderen en ouderen.
    _ 5) bezoekers die de taal niet spreken.

4. Verantwoordelijkheden ESO

  • Waarborgen van het welzijn en de veiligheid
    = van een ieder (ook eigen) die betrokken is bij het evenement en
    = iedereen die het evenement bezoekt.
  • Veiligheid:
    = subjectieve veiligheid: Mensen beïnvloeden door aanwezigheid ESO.
    = objectieve veiligheid: Algemeen aanvaarde veiligheid.
  • Uitstralen zelfvertrouwen:
    = opkomen voor jezelf;
    = je mening durven zeggen;
    = een ander direct aanspreken;
    = je kwetsbaarheid laten zien.
  • Uitstralen zelfverzekerdheid:
    = oogcontact met anderen;
    = duidelijk stemgebruik;
    = rug recht en hoofd omhoog.
  • Zorg voor uiterlijk/kleding.
  • Zorg voor werkomgeving
    = schone, opgeruimde werkplek;
    = alle benodigdheden onder handbereik
  • Alert
    = pro-actief / géén afwachtende houding;
    = let op onrechtmatigheden;
    = in stand houden goede gang van zaken in werkomgeving.
  • Dienstverlenende instelling:
    = benader mensen op een positieve manier;
    = sta mensen positief te woord;
    = klantvriendelijk.
  • Respecteren beleefdheidsvormen:
    = mensen in de “U”-vorm aanspreken;
    = zoek oogcontact;
    = zorg voor een goede lichaamshouding. (rechtop staan/niet leunen);
    = rook niet wanneer in gesprek net anderen;
    = niet zichtbaar kauwgom kauwen;
    = groet iemand eerst voordat je de ander aanspreekt.
  • Op tijd aanwezig zijn:
    =  wees op tijd voor de briefing;
    = bij te weinig ESO’s kan het voorkomen dat de deuren niet geopende kunnen worden om reden van te waarborgen veiligheid;
    = laat weten wanneer je te laat komt;
    = belangrijk voor intekenen.

Literatuur

  • C. van Duykeren & P. Bouman (2009), “Event Security Officer”