Wetboek van Strafvordering

Wetboek van Strafvordering

In het Wetboek van Strafvordering staat beschreven hoe te handelen naar het ontdekken van een strafbaar feit.

  • Hoe de gehele rechtsgang dient te verlopen:
    1) van het moment van het ontdekken van het strafbare feit;
    2) het opsporingsonderzoek;
    3) tot en met de veroordeling tijdens de rechtzaak.
  • Strafbaar feit: diefstal, mishandeling, vernieling, brandstichting, gebruik van bewustzijnbeïnvloedende stoffen enzovoort.
  • Beginselen van een “rechtmatig optreden”
    a) Het subsidiariteitsbeginsel
    _ Het doel moet bereikt worden op de minst ingrijpende manier voor de burger.
    b) Het proportionaliteitsbeginsel
    _ 1) fair-play en
    _ 2) het verbod van misbruik van bevoegdheden.
    _ Het aangewende middel moet in verhouding staan met het doel dat de opsporingsambtenaar voor ogen staat.
    c) Fair-play beginsel
    _ Bij het bereiken van het doel moet de verdachte eerlijk worden behandeld.
  • Dwangmiddelen:
    1. Aanhouden en inbeslagneming.
    = iedereen (burger):
    _ Het feitelijk vasthouden van een verdachte in geval van ontdekking plegen van een strafbaar feit op heterdaad.
    2. Staande houden en onderzoek aan lichaam en kleding.
    = opsporingsambtenaar:
    _  Aangeven waar hij mee bezig is;
    _  Vragen naar personalia.
  • Overige dwangmiddelen (buiten de scope):
    Naast 1) Aanhouden en 2) Staande houden.
    3) Ophouden voor onderzoek:
    _ de politie onderzoekt de zaak op het politiebureau.
    _ maximaal zes uren (plus eventueel negen nachtelijke uren).
    4) In verzekering stellen:
    _ de verdachte moet maximaal drie dagen op het politiebureau blijven, zodat de politie de zaak verder kan uitzoeken.
    _ het gaat om een zwaar misdrijf: roofoverval, verkrachting of zware mishandeling (zie art. 57, 58 en 59 Sv).
    _ zware misdrijven, waarop een maximumstraf van minstens vier jaar staat.
    _ verlenging: is de zaak na drie dagen nog niet helemaal rond, dan kan de inverzekeringstelling nog eenmaal opnieuw met drie dagen worden verlengd.
    5) Voorlopige hechtenis:
    Een vrijheidsbeneming ingevolge enig bevel tot bewaring, gevangenneming of gevangenhouding. De verdachte kan die tijd doorbrengen in een huis van bewaring tot het onderzoek ter terechtzitting plaatsvindt.
  • (Hulp)officier van Justitie
    = beslist over het ophouden voor onderzoek en de inverzekeringstelling.
    = een politiefunctionaris in een hogere rang, die een aantal taken van de officier van justitie mag uitvoeren.
    = over de verlenging van de inverzekeringstelling mag de hulpofficier niet beslissen, dat mag alleen de officier van justitie.
  • Art. 27 Sv, Factoren die een redelijk schuldvermoeden bepalen
    1) Concrete factor: Het vermoeden moet gebaseerd zijn op feiten of omstandigheden.
    2) Objectieve factor: Het vermoeden moet redelijk zijn.
    3) Specifieke factor: Het vermoeden moet betrekking hebben op een bepaald strafbaar feit.

1. Iedereen (burger)

1. 1 Aanhouden

  • Het feitelijk vasthouden van een verdachte in geval van ontdekking van plegen strafbaar feit op heterdaad.
    = In politietermen: Arresteren.
    = Aanhouden: het rechtmatig benemen van de vrijheid van de verdachte.
    = Doel aanhouden: het overbrengen naar een plaats van verhoor en eventuele voorgeleiding.
    = 1) mededelen van aanhouding (2x). 2) Aanhouden. 3) Onverwijld overdragen aan opsporingsambtenaar.
    _ Let op het handhaven van de juiste procedures voor aanhouden.
    _ Zorg voor juiste rapportage na afloop van een verwijdering.
    _ Wanneer je iemand aanhoud, doe dit dan discreet en onopvallend.
  • Art. 53 Sv, Wanneer mag je overgaan tot aanhouden
    1) Er is een verdachte.
    2) Bij het plegen van een strafbaar feit. >> Rekening houdend met COS (art. 27 Sv)
    3) Ontdekking op heterdaad.
    = Heterdaad: wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het wordt begaan (het betrappen van de dader) of terstond nadat het begaan is. (art. 128 lid 1 Sv)
    = Strafbare feit danwel delict: menselijk gedrag dat valt binnen de grenzen van de wettelijke delictsomschrijving, en wederrechtelijk en verwijtbaar is. [wiki]
  • Je mag aanhouden, je bent niet verplicht
    = Rekening houdend met factoren die een redelijk schuldvermoeden bepalen. (art. 27 Sv)
    = Afhankelijk van inschatting van hoe gevaarlijk het moment is.
    = Zorg ervoor dat je zo snel mogelijk een leidinggevende en de politie er bij haalt.
  • Overdragen
    = Politie is verplicht de aangehouden verdachte over te nemen.
    = Arrestant zal zo snel mogelijk aan een (hulp) Officier van Justitie worden voorgeleid.
    = De leidinggevende zal assisteren en helpen bij eventuele rapportage.
    = De leidinggevende onderhoudt contacten met de politie.
  • Stappen voor het aanhouden:
    _ 1) Maak je zelf bekend bij de verdachte.
    _ 2) Zeg dat hij is aangehouden. (1e)
    _ 3) Zeg waarom hij is aangehouden. (2e)
    _ 4) Schakel direct de politie in.
    _ 5) Zorg voor getuigen.
    _ 6) Zorg voor rapportage.

1.2 Inbeslagneming

  • Bewijsmateriaal
    _ Voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen.
  • In beslag nemen items
    = Voorwerpen, waarvan de verbeurdverklaring, vernietiging of onbruikbaarmaking kan worden bevolen.
    = Alleen items die zichtbaar zijn.
    = Vraag of de persoon de jaszak wil leeg maken. Zo niet, overgeven aan de politie.
    _ politie mag wel fouilleren (= kleding onderzoek).
    _ moet in de eerste plaats de waarheidsvinding tot doel hebben.
    = Als je iets in beslag hebt genomen, ben je verplicht dit voorwerp direct aan de  politie over te dragen. Dus niet teruggeven aan de rechtmatige eigenaar.

2. Opsporingsambtenaar

2.1 Staande houden

  • Staande houden – Iemand ter plekke doen ophouden met het doel hem te vragen naar zijn personalia.
    = mag alleen een bevoegd opsporingsambtenaar:
    _ 1) Staande houden;
    _ 2) Aangeven waar hij mee bezig is;
    _ 3) Vragen naar personalia.
    = Staande houden: doel is het vragen naar de identiteitsgegevens.
    = Algemeen opsporingsambtenaar: bevoegd tot staande houden voor alle strafbare feiten.

2.2 Onderzoek aan lichaam en kleding

  • Fouilleren. Niet bedoeld privaatrechtelijk (oppervlakkig) veiligheidsfouilleren.
    = mag alleen een bevoegd opsporingsambtenaar:
    1. Kleding onderzoek
    _ Mag alleen een bevoegd opsporingsambtenaar én alléén wanneer er tegen een aangehouden verdachte een ernstig vermoeden bestaat.
    _ moet in de eerste plaats de waarheidsvinding tot doel hebben.
    2. Lichaam onderzoek
    _ Alleen met toestemming van de Officier van Justitie, gevolgd door een onderzoek van een arts.

Literatuur

  • C. van Duykeren & P. Bouman (2009), “Event Security Officer”.
  • Mr. Lydia Janssen, “Basisboek recht”.

Plaats een reactie