Beveiligingshulpmiddelen
8 mei 2012 Plaats een reactie
Beveiligingshulpmiddelen
(Beveiligings)organisaties kunnen evenement gebruik maken van diverse hulpmiddelen.
1. Bouwkundig
1.1 Hekwerk
- Bouwhek
= hoog hek (3,5 x 2 meter);
= afztten grote gebieden/terreinen;
= eventueel voorzien van zeil om het zicht te ontnemen;
= moeten goed geschoord worden om omwaaien te voorkomen. - Dranghek (politiehek)
= laag hek (2,5 x 1 meter);
= bij ingang en langs lang gestrekte trajecten;
= voordeel: snel plaatsen;
= nadeel: niet snel herkenbaar (hoogte) en gemakkelijk overheen klimmen.
= losse dranghekken kunnen makkelijk omvallen. - Stage barrier
= Mojo Concerts (1980);
= ESO: er zijn gerichte trainingen voor werk voor podium en hoe plaatsen barriers;
= Managen frontstage gebied:
_ 1) maak gebruik van diverse vakken;
_ 2) geef elk vak een eigen nooduitgang;
_ 3) ESO: stage barrier biedt de mogelijkheid om de menigte nauwlettend te monitoren;
_ 4) gebruik een CCTV voor crowd control;
_ 5) plaats een noodknop: licht aan, muziek uit. - Horeca barrier
= afscheiding op cateringpunten (1 x 1 meter);
_ op werkhoogte een werkblad is gemonteerd voor uitgifte van een bestelling.
= niet extreem drukbestendig.
1.2 Overige afzetmiddelen
= pylon: oranje of rood-wit geverfde plastic hoedjes.
= afzetlint: rood-wit gekleurd plastic.
1.3 Tourniquet
= draaipoort: toegangssysteem om het publiek één voor één door te laten;
_ eventueel na aanbieden toegangskaartje aan het systeem.
1.4 Bewegwijzeringsborden
_ 1) wegwijzers (in-/uitgang, nooduitgang)
_ 2) informatie verschaffen (bezoekersvoorwaarden, service informatie)
= plaatsing van borden moet strategisch zijn;
= bevorderen van goede doorstroom op locatie;
= let bij de uitvoering op:
_ 1) hoogte: goed leesbaar op afstand;
_ 2) positie: ingegeven vanuit de bezoeker;
_ 3) pictogram: eenduidig en zelfverklarend;
_ 4) verlichting: sommige borden moeten aangelicht zijn, andere moeten in het donker zichtbaar zijn (brandweer).
1.5 Verlichting
= goede verlichting geeft gevoel van veiligheid;
= tijdens het optreden zal vaak het licht worden aangepast.
2. Scan
- Röntgenapparatuur
= het doorlichten van meegenomen (hand)bagage;
= voorwerpen worden op een lopende band door het apparaat getransporteerd. - Detectiepoorten
= één voor één doorheen lopen;
= reageert op meegevoerde metalen voorwerpen;
= hoeveelheid metaal word weergegeven in lampjes van groen naar rood;
= nadeel: wachtrij kan irritatie oproepen. - Handdetector
= apparaat dat langs het lichaam wordt bewogen zonder het lichaam aan te raken;
= geeft geluidsignaal bij detecteren metaal en oplichten lampje;
= toonhoogte geeft hoeveelheid metaal aan. - Toegangsbewijzenscanner
= hulpmiddel om bewijzen te scannen;
= gekoppelde database kan helpen detecteren verblijfverboden.
3. Facility
- Pass sheet
= een overzicht van geldige kleuren en/of passen/badges. - Polsbandjes en passen/badges: organisatie
= drager heeft toegang tot bepaalde gecontroleerde ruimten;
= polsbandjes kunnen alleen verwijderd worden door ze stuk te maken;
= kleuren kunnen entree of vak aanduiden;
= soorten passen: AAA (Access All Areas), Photo, Media, Staff, Record company, Crew, Working personnel, Catering, Security, Artist, Gemeente, parkeer, VIP, sponsor; - Toegangsbewijzen/kaarten: bezoekers
_ a) teveel kaarten in de verkoop = veiligheidsprobleem.
_ b) kaarten kunnen in de voorverkoop aangeboden worden.
= controle op:
_ 1) soort bewijs (staan/zit/logeplaats, VIP kaart, parkeerkaart);
_ 2) datum van het evenement;
_ 3) vorm, kleur, uitvoering (papierkwaliteit)
_ 4) speciale kenmerken, om valse kaartjes te ontdekken.
4. Communicatie
- Centrale post/meldkamer
= communicatie van het berichtenverkeer verloopt via de meldkamer;
= de meldkamer bepaalt wie er mag spreken en wanneer. - Portofoon
= een tweezijdig/duplex communicatiemiddel (direct zenden/ontvangen);
= bereik is 2 tot 4 km;
= werken met de portofoon:
_ 1) zorg dat de portofoon altijd op luisteren staat;
_ 2) controleer of het apparaat werkt voordat je op pad gaat;
_ 3) controleer of het apparaat op de juiste frequentie is afgestemd;
_ 4) plaats na beëindiging van de werkzaamheden de accu in de acculader;
_ 5) praat met normaal stemniveau;
_ 6) vermijd zo mogelijk achtergrondgeluiden;
= portofoonverkeer is makkelijk af te luisteren:
_ geef opdrachten/meldingen kort en zakelijk;
_ gebruik codes om anderen het afluisteren te bemoeilijken. - Telefoon
= vaste lijn verbinding.
= tips goed telefoongebruik:
_ 1) Neem op met “Goedenavond” (afhankelijk van tijdstip)
_ 2) Geef duidelijk naam bedrijf/organisatie/locatie, afdeling en naam
_ 3) Luister, zonder in de rede te vallen
_ 4) Herhaal de boodschap in het kort
_ 5) Indien niet verstaan, vraag vriendelijk om herhaling
_ Als je belooft terug te bellen, doe dit dan ook
_ Maak geen vertrouwelijkheden bekend
_ De houding kan in de stem doorklinken
_ Wees altijd beleefd
_ Spreek duidelijk
_ Doe geen andere werkzaamheden tijdens het telefoneren
_ Laat mensen niet onnodig wachten, of bel zo snel mogelijk terug. - Mobiele telefoon
= draadloze telefoon;
= het bij zich hebben van een mobiele telefoon is niet altijd toegestaan tijdens evenementen.
_ ESO: toegangscontrole zal daar dan op toegespitst zijn. - Intercom
= maakt toegangscontrole op afstand mogelijk;
= direct contact met centrale post/meldkamer. - Megafoon
= handgeluidversterker die gebruikt kan worden om een grote groep mensen instructies te geven.
5. Administratief
- Plannen/draaiboeken
= uitdraaien van onderdelen risicomanagement:
_ 1) risicoanalyse;
_ 2) crowdmanagementplan (geplande activiteiten voor crowd control);
_ 3) beveiligingsplan;
_ 4) mobiliteitsplan;
_ 5) incidentenopvolgingsplan (aan de hand van een scenariomatrix);
_ 7) ontruiming-/calamiteitenplan;
_ 7) Aanvalsplan (brandweer).
= het is van belang dat de plannen/draaiboeken op elkaar aansluiten. - Plattegrond
= de plattegrond geeft inzicht in de situatie:
_ 1) in- en uitgangen;
_ 2) (genummerde) vakken;
_ 3) aanrijroutes voor hulpdiensten;
_ 4) blusmiddelen/bluswatervoorziening;
_ 5) EHBO-post, verbandtrommel;
_ 6) vluchtroute.
= eventueel voorzien van grid om locatie sneller en nauwkeuriger via coördinaten te kunnen bepalen. - Telefoonnummers
= lijst van telefoonnummers: leidinggevenden van de organisatie, hoofd beveiliging, hoofd BHV, centrale post/meldkamer, EHBO, politie, brandweer en andere belanghebbenden. - Werkinstructies
= beschrijving taken en handelwijze ESO;
= opmerkingen van tijdelijk karakter;
= ESO: rapporteer afwijkingen, onjuistheden in de tekst.
6. Overig
- Geïntegreerde alarmsystemen
= alarmsystemen (brand, openen/sluiten, airconditioning) samengevoegd, zodat ze centraal kunnen worden gemonitord. - Closed Circuit Television (CCTV)
= camera-observatie vanuit de meldkamer;
= volgen van bezoekers;
= bewaken van parkeerterrein(en);
= opnamen van overtreders. - Persoonlijk uitrusting:
= zaklantaarn;
= notitieblokje en pen;
= pass sheet;
= veiligheidshesje;
= veiligheidshelm;
= wegwerphandschoenen. - EHBO
= EHBO post(en);
= EHBO-koffer/verbandtrommel:
= ESO:
_ weet waar de koffer/trommel staat;
_ controleer bijtijds op volledigheid;
_ rapporteer onvolledigheid. - Helikopter
= observatie bezoeker en verkeersstromen;
= aansturen vanuit de lucht.
Literatuur
- C. van Duykeren & P. Bouman (2009), “Event Security Officer”