Arbo-wet

Arbeidsomstandigheden (Arbo-wet)

De wet bevat regels voor werkgevers en werknemers om de veiligheid en gezondheid van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen, en ongevallen en ziekten – veroorzaakt door het werk – te voorkomen.

1. Definities

• Werkzaamheden: “Werkzaamheden moeten zoveel mogelijk worden aangepast aan de lichamelijke en geestelijke eigenschappen van de mens.”
  = als er werk verricht wordt, vallen ook organisaties met vrijwilligers onder de ARBO-wet.

• Veiligheid: “Alle maatregelen die getroffen worden om de werknemer zo veilig mogelijk werk te kunnen garanderen.”
  = werknemers: alle werknemers die zich op het bedrijfsterrein bevinden.
  = werkgever: is verantwoordelijk voor …
  _ 1) het toezicht op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheidsvoorzieningen.
  _ 2) het beschikbaar stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
  = voorbeelden PBM: veiligheidshelm, veiligheidsschoenen, lasbril gehoorbeschermers enzovoorts.
  = werknemer mag zijn werk onderbreken als hij tijdens zijn werk meent in direct gevaar te komen of te verkeren, . Hij behoudt het recht op uitbetaling van loon mits:
  1. er direct gevaar dreigt/is,
  2. hij hiervan direct melding gemaakt heeft bij zijn werkgever,
  3. de Arbeidsinspectie niet tijdig kan optreden.

• Gezondheid: Bijvoorbeeld: zorg voor goede ventilatie.

• Personeelsbeleid:
  “De werkgever is verplicht zorg te dragen voor het voeren van een goed personeelsbeleid.”
  = de juiste persoon op de juiste plaats;
  = een goed selectie- en aannamebeleid;
  = opleiding en instructie van werknemers.

• Controle:
  Controle op de naleving van deze wet en opsporing van overtreding van deze wet geschiedt door de Arbeidsinpectie (en de algemene opsporingsambtenaren).
  = deze opsporingsambtenaren mogen controleren …
  1. op alle plaatsen waar gewerkt wordt en
  2. op die plaatsen waar zij vermoeden dat er gewerkt wordt.

2. Plichten

• Plichten werkgever:

1. De werkgever moet een Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) maken voor de werkzaamheden en omstandigheden waarin de werknemer moet functioneren.
2. De werkgever moet zorg voor voldoende noodvoorzieningen en een EHBO-uitrusting bij het werk.
3. De werkgever dient ernstige bedrijfsongevallen – zwaar lichamelijk letsel of dodelijke ongevallen – onverwijld te melden bij de inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Arbeidsinspectie).
   Eventueel ook voor ongevallen met grote materiële schade of “bijna” ongevallen.
4. De werkgever moet zorg dragen voor goede bedrijfsvoorlichting en opleidingsmogelijkheden (met name voor werknemers jonger dan 18 jaar).
5. De werkgever draagt ook zorg voor de veiligheid van niet-werknemers.
   Denk aan medewerkers van derden, bezoekers, voorbijgangers en omwonenden.

• Plichten werknemer:

1. De werknemer moet zorgen voor de eigen veiligheid.
   Hij kan verplicht worden tot het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
2. De werknemer dient onveilige werksituatie te signaleren en direct te melden.
3. De werknemer moet meewerken aan het volgen van opleidingen.
   Denk aan de opleiding Bedrijfshulpverlener (BHV).

3. Werkomstandigheden

3.1 Functies in de beveiliging

Particuliere bedrijven:
Bedrijven die niet in dienst zijn van de overheid.
Deze particuliere beveiligingsbedrijven verlenen services, zoals
= evenementenbeveiliging,
= objectbeveiliging (intern/extern),
= mobiele surveillance,
= beheren alarmcentrale (PAC) en
= rijden geldtransportwagens.

3.2 Arbeidsovereenkomsten

A. Het arbeidsreglement of bedrijfsreglement regelt zaken tussen werkgever en werknemers.

• Arbeidsovereenkomst
  = dit is een overeenkomst tussen werkgever en werknemer:
  _ werknemer verbindt zich voor een bepaalde tijd;
  _ voor het verrichten van arbeid tegen een bepaald loon.
  

• Arbeidsreglement
  = maakt onderdeel uit van een arbeidsovereenkomst.
  _ wijze waarop het bedrijf is georganiseerd;
  _ regelingen omtrent functieomschrijvingen, beoordeling en promotie;
  _ hoe te handelen bij ziekte, verlof enzovoort;
  _ regeling omtrent visitatieplicht, ontslag.
  = mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met artikelen in het Burgerlijk Wetboek.

• Elke werknemer
  _ 1) dient zich schriftelijk akkoord te verklaren en
  _ 2) ontvangt kosteloos een exemplaar van dit reglement.

B. Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO)

• Een overeenkomst van regels tussen diverse werkgeversverenigingen en vakbonden.
  = CAO’s worden overeengekomen voor een bepaalde tijd.
  = alle bedrijven die onder een CAO vallen, zijn verplicht zich aan het vastgestelde te houden.
  = extra geregeld worden:
  _ aanneming, schorsing, ontslag, ziekte, vakantiedagen, werktijden, functies en salariëring.

• Voordeel voor de werknemer van een CAO:
  = Geen onderhandeling over de arbeidsvoorwaarden, de CAO geldt voor iedereen.

• Werkgeversverenigingen:
  = Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen (VBE);
  = Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties (VPB).

• Vakbonden:
  = LBV, FNV, Dienstenbond CNV en Unie BHLP.

4. R- en S-zinnen

Op verpakkingen van alle gevaarlijke stoffen dienden tot 1 december 2010 R- en S-zinnen voor te komen, zowel bij verpakkingen voor groot- als voor kleinverbruikers. De letter R staat voor Risk (Intrinsiek Gevaar), terwijl de letter S voor Safety (Veiligheid) staat. Naast de R- en S-zinnen bestaan er ook A-zinnen.

• R-zinnen (Risk): zeggen welke eigenschappen van deze stof intrinsiek gevaar opleveren en waarvoor men zich moet hoeden (waarschuwingszinnen).
• S-zinnen (Safety): bevatten de eruit voortvloeiende veiligheidsaanbevelingen. Gedragingen of werkwijzen die de kans op lichamelijke of materiële schade minimaliseren.
• A-zinnen (Advise): algemeen afgesproken raadgevingszinnen, gebruikt om in de chemische sector het omgaan met schadelijke of gevaarlijke stoffen te verhelpen.

De R- en S-zinnen corresponderen met punt 15 van de Veiligheidsinformatiebladen die soms bij het product worden geleverd. De nummers van de R- en S-zinnen zijn voor iedere taal gelijk. Aan de hand van de nummers kunnen de Nederlandse zinnen gevonden worden.

De R- en S-zinnen kunnen onderhevig zijn aan redactionele wijzigingen die de stand van het onderzoek weerspiegelen. [WIKI]

---

Literatuur

• C. van Duykeren & P. Bouman (2009), “Event Security Officer”

Recht in het algemeen

Recht in het algemeen

Recht wordt globaal onderverdeeld in publiekrecht en privaatrecht.

Rechtsgebieden zijn:

• staatsrecht;
• bestuursrecht;
• strafrecht;
• burgerlijk recht;
• internationaal recht.

1. Publiekrecht

• Bij publiekrecht gaat het om de door de overheid aangegeven, opgelegde wetgeving.
• Er is sprake van een gezagsverhouding van de overheid tegen de burger.
• Deze wetten beschrijven bepalingen tussen overheid en de burger.
• Het geeft richtlijnen voor het gemeenschapsleven en de daarmee samenhangende belangen:
  = staatsrecht (Grondwet, Kieswet, de Provinciewet, de Gemeentewet en de Politiewet);
  = bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht (Awb));
  = belastingrecht, strafrecht, strafprocesrecht, verkeersrecht, volkerenrecht.

2. Privaatrecht (civiel)

• Deze wetten beschrijven bepalingen tussen burgers onderling, tussen bedrijven en burgers.
• Er is sprake van een min of meer gelijkwaardige relatie.
• Het geeft richtlijnen voor de onderlinge verhoudingen
  = burgerlijk recht (Burgerlijk wetboek, Arbeidsomstandighedenwet 1998 (www.arbo-wet.nl));
  = handelsrecht, burgerlijk procesrecht.

3. Formeel versus materieel recht

• Op de rechtsgebieden van het bestuursrecht, strafrecht en privaatrecht wordt vaak het begrippenpaar materieel recht en formeel recht gebruikt.
• Formeel recht: o.a. Wetboek van Strafvordering.
  = heeft betrekking op de regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd:
  _ hoe start je de procedure,
  _ welke termijnen moet je in acht nemen,
  _ welke bewijzen zijn toegestaan,
  _ welke uitspraken kan de rechter doen, etc.
  = BOA informatie: formeel recht
• Materieel recht: o.a. Wetboek van Strafrecht.
  = heeft betrekking op de inhoud van rechten en plichten.
  = BOA informatie: materieel recht

---

Literatuur

• Lydia Janssen (2011), “Basisboek recht”
• C. van Duykeren & P. Bouman (2009), “Event Security Officer”